God, onze Schepper, is volkomen volmaakte liefde, Heilig in Zijn Goddelijke Wezenlijkheid en Mens in Jezus Christus in ons.
Want de wijsheid is het licht van de liefde en de uitstraling van dit licht is werkelijke eeuwige waarheid.
Deze laatste zin staat in De Huishouding van God deel III Hoofdstuk 49 vers 14, van Jakob Lorber.

Lieve Mensen,
We maken dagelijks van alles mee, vaak staan we er niet bij stil, dat het de Hand van Jezus Christus is, die ons een duwtje in de goede richting geeft. Wanneer jij iets meemaakt waarvan je zou kunnen zeggen dat het Gods Hand was, mogen wij dat dan weten en in LiefdeRijk zetten? Wij denken dat lezers van deze Nieuwsbrief het lezen daarvan fijn zouden vinden.
Je kunt dat ons sturen via de post, de telefoon of via info@eeuwigliefdezijn.nl We beloven niet dat het in zijn geheel geplaatst wordt, maar wij en onze lezers zijn er zeker blij mee!
Schrijf of bel ons en vertel ons je bijzondere verhaal!
Inleiding
In de Bijbel staat dat wie in alle liefde, oprechtheid en nederigheid gelooft in Jezus Christus, en leeft naar Zijn liefde, zoals Hij die op aarde aan ons mensen getoond heeft, liefde die geheel onvoorwaardelijk, onbaatzuchtig en barmhartig is, bergen kan verzetten.
Als kind dacht ik dan aan letterlijke bergen en dan dacht ik, hoe zou dat nou mogelijk kunnen zijn. En dat heb ik toch nog lang gedacht, dat het om letterlijke bergen ging. Op een gegeven moment begreep ik wel dat daarbij niet het letterlijk verzetten van bergen bedoeld is, alhoewel ik ervan overtuigd ben dat het door God zeker mogelijk is, maar dat het gaat om een geestelijke betekenis, en daarbij dacht ik dan vooral aan het verzetten van bergen in onszelf, bergen van de dingen die wij nog niet goed doen, die nog niet helemaal gelijk aan Zijn liefde zijn.
Maar nu is daar een ander begrijpen voor in de plaats gekomen. Want ja, wij zullen alle belemmeringen die nog in ons zijn zeker nog op te ruimen hebben, maar er is meer wat ermee bedoeld is, ben ik gaan beseffen. Wie helemaal in de liefde leeft zoals Jezus Christus ons op aarde heeft voorgeleefd, krijgt daarmee hetzelfde vermogen als Jezus Christus heeft en kan in Zijn Naam het kwaad met waarheid en liefde doen oplossen. Het is niet nodig om met wapens de vijand te vernietigen, ware liefde gelijk de liefde van Jezus Christus geeft ons een werkelijk vermogen waarmee wij het kwaad kunnen terugdringen.
Ik vind het moeilijk om precies onder woorden te brengen wat ik bedoel, maar ik heb het innerlijk mogen voelen, wij mensen kunnen met een diep en werkelijk geloof Zijn vermogen krijgen om het kwaad te doen oplossen, dat zit in Zijn liefde en wordt werkzaam vanuit ons op het moment dat wij die liefde zelf in alle nederigheid aannemen en in die nederigheid blijven. Lieve mensen, besef hoe belangrijk het is om tot die nederigheid te komen die nodig is om zelf helemaal Zijn ware liefde te kunnen gaan zijn en het vermogen te krijgen om bergen te verzetten, om het kwaad te veranderen in waarheid en liefde.
Ingrid Franssen
Inhoud
Hemels Brood 8849
Here Jezus, als ik U leef, heb ik verder niets nodig. Dat is een verlangen in mij, dat ik helemaal U mag leven, Uw waarheid, Uw onvoorwaardelijke, onbaatzuchtige liefde en daaruit Uw niet te overtreffen wijsheid. Vrij, ongedwongen, Uw liefde zijn, meer heb ik niet nodig. Maar ik kan dat niet bereiken zonder U, daarom vraag ik U, help mij U helemaal te gaan leven, Uw liefde in alles te gaan zijn.
Wie Mij leeft uit volkomen overgave aan Mij, heeft niets meer nodig, niets materieel, niets om van te leven, want hij is dan leven gelijk Mijn leven, leven Ben Ik. Ik heb geen bed om te slapen, Ik leef, en wie leeft heeft geen bed meer nodig. Maar begrijp dit niet verkeerd, het materiële lichaam heeft een bed nodig, de geest in het materiële lichaam heeft geen bed nodig.
Op de aarde kan een mens in een materieel lichaam tot Mijn leven komen, door de volkomen overgave aan Mij. Dan heeft die mens geen aards materiële wensen meer. Voor zijn materiële lichaam heeft hij wel onderdak, voedsel en een slaapplaats nodig, en dat zal hem dan gegeven zijn en voor hem genoeg zijn. Wie Mij leeft, heeft voor zijn materiële lichaam al wat het nodig heeft, zolang hij op aarde verblijft, zoals Ik, toen Ik op aarde verbleef, voor Mijn materiële lichaam kreeg wat het nodig had. Mijn leven op aarde was een volledige overgave aan Mijn Vader, en tot op het allerlaatst heb Ik dat volgehouden, tot in de dood, tot in de hel heb Ik de verleider weerstaan en heb Ik vastgehouden aan het leven Die Ik Ben. In de waarheid van leven zijn Vader en Zoon in de Goddelijke Wezenlijkheid verenigd, waarbij Ik, Jezus Christus, de Goddelijke macht heb in waarheid, volkomen onvoorwaardelijke, onbaatzuchtige liefde en haar niet te overtreffen wijsheid.
Met de uitstorting van de Heilige Geest is voor de mens de Weg opengesteld Die Ik als mens, Jezus Christus, gegaan ben. En door Mij te volgen op die Weg van zelfverloochening, kan ieder mens tot het eeuwig ware leven komen. Wie in zich, volledig oprecht, uit het diepst van zijn hart, ongedwongen, in zijn vrijheid, in alle nederigheid verlangt gelijk Mij, Mijn waarheid, Mijn liefde en haar wijsheid te gaan zijn, verlangt zich over te geven aan Mij, Jezus Christus, die zal Ik tot op het laatst helpen. Maar de laatste stap, het daadwerkelijk in nederigheid zich overgeven aan Mij, is aan hem. Wie dat voltooit, zal eeuwig gelijk Mij in ware liefde leven, op aarde of in de hemel, en het zal hem aan niets ontbreken.
Wachten
Je wachten op Mijn wederkomst
is slechts een wachten op jezelf.
lk ben er – altijd – in je, rondom je.
In Mij leef je en beweeg je.
Nooit was lk weg,
altijd bij je
met Mijn allesoverwinnende liefde,
met Mijn oneindige kracht,
maar voor alles
met Mijn zachte
teder beroerende mededogen.
Nooit afwijzend,
altijd klaar om in je op te staan,
om te vergeven en te helen,
om te leren en te dragen,
om te scheppen en te voltooien,
om in nieuwe tintelende vreugde
te omhelzen en te spelen,
Moeder te zijn en Vader,
Vriend te zijn en toch ook Meester,
Broeder en Zuster,
Bruid en Bruidegom,
telkens weer je tochtgenoot,
telkens weer je warme thuis,
de grond waarop je loopt,
de hemel die je hoopt,
antwoord op je noden,
vervulling van je dromen,
steeds nieuw verrassend
in onverwachte vormen en gestalten.
Waar jij gaat en leeft,
is er opnieuw een heilig land,
een Bethlehem,
waar het kind geboren wordt,
een Nazareth,
waar het kind in alle stilte opgroeit,
een Bethanië,
een huis waar de Heer ontmoet wordt,
een Jerusalem,
waar de glorie van de Heer zich openbaart,
een tempel en een heilige berg,
waar de Vader in geest en waarheid wordt aanbeden,
een Goede Vrijdag,
waar Hij onze lasten en pijnen draagt,
en ook Pasen,
waar uit elke duisternis nieuw leven komt,
een Hemelvaart,
waarbij de hemel de aarde gaat doorstralen,
en Pinksteren,
waar de gaven van Gods Geest zich openbaren,
een heilig Woord, een sterkend Brood,
een vreugdewijn.
De wangestalten vluchten weg,
weer licht en lente en nieuw leven.
lk ben er steeds Mijn kind,
nog langer wachten hoeft niet meer.
Kom nu vandaag,
kom morgen en kom telkens weer.
Leef in Mijn omhelzing
en adem vreugde, vrede, diepe vrede.
Pieter van Acoleyen
KopTekst
Hans de Heij
IK WAS BANG VOOR U
Hemelse Vader… Uw aanwezigheid
doet mij beseffen, U was er al die tijd
Uw heilige woorden… ik heb ze nooit verstaan
zodat U een Vader leek, ver bij mij vandaan
die heel kritisch toekeek bij al wat ik deed
een strenge God… die nooit iets vergeet
één, die ik angstig mijn schuld beleed…
Ik was bang voor U
o, zo bang mijn Heer
maar sinds ik U ken
ben ik dat niet meer
Dank U, mijn Vader, dat Uw sterke hand
mijn bange ziel bevrijdde uit de leugens van `t verstand
ik mocht gaan ervaren, door eenzaamheid verstard
dat U heel dicht bij me bent in de stilte van mijn hart
duistere gedachten, ze klaagden mij steeds aan
en trachtten mij te scheiden bij U licht vandaan
maar in ware liefde kunnen zij niet bestaan…
Ik was bang voor U
o, zo bang mijn Heer
maar sinds ik U ken
ben ik dat niet meer
Allerliefste Vader… hier spreekt Uw kind
die, op zoek naar Waarheid, bij U echt alles vind
ik leg nu heel mijn wezen, vrij van elke band
met een vast vertrouwen in Uw vaderhand
dank U voor de Vrede van Uw aanwezigheid
dank U voor de Liefde die mij verder leidt
hierin wil ik groeien… U geeft mij alle tijd…
ja, zelfs de Eeuwigheid…!!!
Willeke Hesseling, CD Grenzeloos 3
Interview met Gerda door Tsjêbbe de Vries
Kinder- en jeugdjaren en het geloof
Toen ik zeven maanden oud was, lag ik in het ziekenhuis op sterven, ik was heel ziek en de dokters wisten niet wat er aan de hand was. Mijn moeder zei: Als je dan toch doodgaat, dan bij mij thuis en niet in het ziekenhuis. En ze haalde me op eigen verantwoording naar huis. Ik bleef leven, want de Heer had een plan met mijn leven. Toen ik één jaar was, moest van de dokter een foto van mij gemaakt worden, want hij kon niet geloven dat ik nog leefde. Ik groeide op en ging naar een christelijke kleuterschool. Daar leerde ik voor het eerst de Here Jezus kennen. Vanaf die tijd zit het in mij. Mijn ouders waren helemaal niet gelovig, maar ik moest wel naar de christelijke kleuterschool.
Voordat ik geboren werd, was er een broertje geboren, Gerrie, die was als kind al gelovig, hij ging voor het eten bidden en mijn moeder wist niet hoe hij daaraan kwam. Op een keer was hij buiten gaan spelen maar kwam hij al snel weer terug. Mijn moeder vroeg of hij al uitgespeeld was. Nee, antwoordde hij, maar ik ben vergeten om voor het eten te bedanken. Op een gegeven moment ging hij allerlei vragen stellen, hij vroeg bijvoorbeeld aan mijn moeder, word ik later een engel als ik dood ben? Dat waren hele vreemde vragen voor mijn moeder, waar zij geen antwoorden op had. Toen hij negen jaar oud was kreeg hij hoofdpijn, hij zou met mijn moeder naar oma gaan. Mijn moeder zei, ga maar even lekker rusten, als het over is, gaan we straks wel. Toen mijn moeder na een half uurtje ging kijken lag hij dood in bed. Omdat mijn broertje, waar ik naar vernoemd ben, zo gelovig was, ben ik gedoopt en stuurden mijn ouders mij naar een christelijke school. Daar was een vriendinnetje dat belijdenis deed in de kerk. Ik ging met haar mee naar de hervormde kerk, en ik wilde dat ook. Mijn vriendinnetje zei, dan moet je naar de dominee. Toen ben ik zelfstandig naar de dominee gegaan en heb ik gezegd, wat Barbara heeft gedaan, dat wil ik ook doen. Dat kan, zei de dominee, maar dan moet je eerst naar de catechisatie komen. Daar ben ik een paar keer geweest, maar dat was niks voor mij en ik heb nooit belijdenis gedaan.
De bekering van mijn ouders
Toen ik later getrouwd was, woonden we in Rotterdam en werden we lid van een Evangelische Gemeente. Daar zijn we tot een echt geloof gekomen. Ik was daarvoor al gelovig, maar toen ging ik voor Hem leven. We werden daar gedoopt in de Heilige Geest en waren, zoals dat genoemd werd, wedergeboren, maar we beseften dat niet. Mijn ouders waren daar kwaad over. We verhuisden later naar Uithoorn en kwamen in een gemeente in Driebergen terecht. Daar werd regelmatig gesproken door Corrie ten Boom en door Anne van der Bijl. Later gingen we naar een gemeente in Amsterdam omdat Driebergen nogal ver was.
Op een dag kreeg mijn vader hersenvliesontsteking en kwam hij in een coma te liggen. En ik bad, Heer, werelds gesproken haalt hij de nacht niet, maar geef hem nog één jaar, zodat hij U kan leren kennen. Daarna kwam ik bij mijn moeder en daar waren ze al bezig de begrafenis te regelen. Oh, dat hoeft niet hoor, zei ik, ik heb gebeden dat hij beter wordt. Mijn moeder dacht, ze gaat naar zo’n gekke gemeente, ze heeft godsdienstwaanzin gekregen. Ik belde naar een gemeente in Rotterdam of ze bij mijn vader wilden bidden. Een oudste ging naar het ziekenhuis waar mijn vader in coma lag. Na een week of drie ben ik gaan bidden, Heer, wilt U mijn vader wekken als mijn moeder aan het bed zit. Dat gebeurde en hij vroeg mijn moeder naar de man die met hem gebeden had. Hij zei tegen mijn moeder, als ik beter ben gaan we net zo leven als Gerda en gaan we naar een gemeente. Op een gegeven moment kwam mijn moeder bij me en vertelde mij dat mijn vader en zij zich hadden laten dopen! Ik had de Heer om één jaar gevraagd en hij heeft vijf jaar gekregen. Hij was heel actief in de kerk. Later werd hij weer ziek en kwam op sterven te liggen. Ik kreeg het verlangen om naar hem toe te gaan en zei, Heer, ik wil zo graag naar mijn vader toe, maar ik weet niet hoe ik er moet komen met twee kleine kinderen en de bus en de trein. Een uur later wordt er bij mij aangebeld en stond de voorganger van de gemeente in Amsterdam bij mij aan de deur. Ik zei, oh, wat fijn dat u komt! Ja, zei hij, ik was in gebed en de Heer zei tegen mij, ga naar Gerda toe en neem haar mee naar haar vader. Het was op Goede Vrijdag en mijn vader was zo helder, dat we heel fijn met hem konden praten. Die nacht is hij overleden.
Leven met Hem
Ik leef echt met de Heer en praat met hem. Als kind ging ik al bidden. In die tijd was het oorlog in Hongarije, en ik bad, o Heer, laat het hier geen oorlog worden. Ik was er bang voor. Die angst ben ik kwijt, ik ben nergens meer bang voor. Na de lagere school ging ik naar de zondagsschool en las de verhalen van de wonderen. Heer, zei ik, dat wil ik later ook als ik groot ben. Dan wil ik met U zo leven, dat ik dat ook kan, dat ik mensen kan helpen, met ziekte kan bidden. En dat is allemaal gebeurd in mijn leven, geweldig! Dat was voorbestemd, maar ik heb ook veel te strijden gehad. Ik ben veel ziek geweest, om beter te worden ben ik op verschillende plaatsen in kindertehuizen geweest, wat niet hielp, en zo heb ik nog meer moeilijke tijden gehad. Dan zou je denken, waar is God, maar Hij was er altijd.
Lorber
Toen ik dertig jaar was, lag ik in het ziekenhuis omdat ik geopereerd was, en ‘s nachts kreeg ik een droom. Ik was in de stal van een boerderij en ik begreep in de droom dat de Heer mij daar zou gaan gebruiken. Door die droom dachten wij dat we een boerderij van de Heer gingen krijgen. Jaren later, ik was toen zestig jaar, zag ik in het dorpshuis een advertentie voor een cursus mandala’s tekenen. Ik hou van tekenen en ik gaf me daarvoor op. Daardoor kwam ik op de boerderij van Gera Hoogendoorn terecht, want daar werd die cursus gegeven. Nou, les, we tekenden een kwartier en verder vertelde ze verhalen uit de boeken van Jakob Lorber en dat was heel mooi. Op een keer kwam er een man met klankschalen en mijn vriendin wilde daarnaartoe. Ik ging mee en we moesten gaan liggen en luisteren. Daarna kwam er een pauze en mocht je vragen stellen. Maar ik viel meteen al in slaap en heb geen klankschaal gehoord. Op een gegeven moment werd ik wakker en keek ik omhoog en zag ik een stal, precies zoals ik de stal zag waarvan ik droomde dat de Heer mij daar zou gaan gebruiken! Ik ben naar Gera gegaan en heb haar mijn droom verteld. Nadat ik haar dat verteld had vroeg Gera of ik haar wilde helpen, zij vertelde dat ze de stal gingen verbouwen en dat ze daar mensen gingen helpen! Dat was helemaal door de Heer zo gepland.
In de tijd bij Gera kreeg ik een paar boeken, geschreven door Jakob Lorber, en ik vond die heel mooi. Inmiddels heb ik alle boeken en ik lees er nog dagelijks in. Wat zo mooi is, ik had altijd gauw een oordeel klaar en zei eens tegen de Heer, Heer ik wil niet oordelen, maar ik heb toch gauw een mening over iets of iemand. En de Heer zegt op dat moment tegen mij, ga naar de Lorber boeken en pak deel vier. Ik sla het open en daar zag ik het hoofdstuk dat over oordelen gaat. Daarin staat dat we niet moeten oordelen, dat mensen die oordelen zieke zielen zijn. Sinds die tijd heb ik heel veel zieke zielen ontmoet, maar oordelen lukt me niet meer!
Bij Gera op de boerderij ben ik twaalf jaar geweest, we hebben samen Bijbelstudies gedaan, dan zei ze, die afwas komt wel, dit is belangrijker. Een keer was er een jonge vrouw die in een psychose een zelfmoordpoging had gedaan, en Gera vroeg aan mij om haar te bezoeken. Toen ze uit het ziekenhuis gekomen was heb ik haar thuis bezocht. Daar lag een boekje ‘Hemels Brood’, daar had ik belangstelling voor en dus heb ik gebeld en gezegd dat ik dat ook graag wilde hebben. Na twaalf jaar zei de Heer dat mijn hulp bij Gera genoeg was. Ik ben er toen nog drie maanden geweest, zodat ze iemand anders konden vinden. Daarna heb ik tien jaar in het bestuur van de Stichting ‘Levend Hart’ gezeten.
De Bijbel is voor mij het belangrijkste boek dat ik steeds als eerste lees, daarbij lees ik ‘Het Grote Johannes Evangelie’ en ook nog boeken die geschreven zijn door Emanuel Swedenborg, die boeken kreeg dat ik via een vriendin. Ik heb toch zo’n geweldig leven, ik voel me helemaal gelukkig! Verleden week was ik met mijn dochter in Beekbergen, daar waren wereldse dingen. Nou, zei ze, die kun je toch niet zomaar weglaten. Ach kind, zei ik, wij zijn van een hemelse planeet, van het koninkrijk, we zijn niet van deze aarde. Met het nieuws houd ik me niet zo bezig, vanochtend las ik dat we ons daar helemaal niet druk over hoeven te maken.
Wonderen
Ik heb in mijn leven zoveel wonderen mogen meemaken, daar kan ik wel een boek over schrijven. Het eerste wonder gebeurde toen ik zestien jaar was en op kantoor werkte, waar ik met de fiets naartoe ging. Ik was onderweg naar kantoor mijn fietssleuteltje kwijtgeraakt en zat achter mijn bureau. En ik zag een hoopje stof liggen, zoals onder een bed bijvoorbeeld. Ik was ook toen al gewend om met de Heer te praten en ik zei, Heer ik vraag U dat dat hoopje stof mijn fietssleuteltje wordt, zodat ik het weer gevonden heb. Ik loop ernaartoe, pak het stof op en daar lag mijn fietssleuteltje! Dat was mijn eerste wonder. Een ander wonder gebeurde toen ik vijftig was, ik had iets gepakt in de kelder en ik kreeg spontaan een hernia, ik kon niet meer staan of lopen en ik werd op bed gelegd. Ik had zware pijn, het was vreselijk. De dokter kwam en gaf me zware zetpillen tegen de pijn. ’s Nachts zei ik, Heer ik weet niet waarvoor dit is, maar of ik een half jaar moet liggen of een jaar, ik weet dat U mij geneest. Het is goed, wat er ook gebeurt. ’s Morgens werd ik wakker en ik had geen pijn meer, terwijl ik nog geen zetpil genomen had. De pijn was weg en ik dacht, ik ga even kijken of ik naar de wc kan lopen. En dat ging zonder pijn. Ik zei, Heer dank U wel voor de genezing!
Jaren later kreeg ik een evenwichtsstoornis en werd naar het ziekenhuis gebracht. Daar moest ik gaan liggen en iemand tikte met een hamertje op mijn knieën. Diegene vroeg me of ik last van mijn rug had. Nee, antwoordde ik, ik heb geen last van mijn rug. Echt niet, vroeg hij vervolgens. Mijn antwoord was weer, nee. Hebt u ooit last van uw rug gehad, vroeg hij toen. Ja, antwoordde ik, ik heb jaren geleden een hernia aanval gehad, maar daar ben ik van genezen. Omdat mijn onderbeen niet omhoog ging, wist hij dat ik last van mijn rug moest hebben, maar dat was niet het geval! Dat was de bevestiging dat het werkelijk een hernia was waarvan de Heer de pijn heeft weggenomen.
Toen ik vier maanden zwanger was, begon ik te vloeien en moest daarvoor naar het ziekenhuis. ’s Nachts in bed en zei ik, Heer, U geeft toch niet een kindje om het weg te halen? Uw Woord zegt, dat als je in U gelooft, je geen misgeboorte zult hebben. Daar vertrouw ik op. Toen zei de Heer, op deze Petra ga Ik Mijn gemeente bouwen. Toen wist ik dat het een meisje zou zijn en hoe ze moest heten. En ze is zo geweldig met de Heer en helpt andere mensen zo prachtig. En dan denk ik, dat zijn toch wonderen. Ze werkt nu op de afdeling voor demente mensen en daar heeft ze zoveel liefde voor die mensen. Ik zeg altijd, mijn hele leven is een wonder, vanaf de geboorte al! Mijn hele leven is verweven met Jezus en dat is steeds dieper gegroeid.
We fietsten vaker van Putten naar Ermelo en dan kom je langs een blindeninstituut. Ooit heb ik het gedicht ‘Gods borduurwerk’ van Corrie ten Boom gelezen en dat heeft zo’n indruk op mij gemaakt dat ik het uit mijn hoofd geleerd heb:
‘Mijn leven is een weefsel tussen mijn God en mij.
Niet ik kies uit de kleuren; heel doelbewust werkt Hij.
Soms weeft Hij er verdriet in en ik, door onverstand,
vergeet; Hij ziet de boven- en ik de onderkant.
‘Als ’t weefgetouw zal rusten en de spoel niet meer schiet om,
zal God het doek ontvouwen en verklaart Hij het ‘waarom’.
Hoe nodig donk’re draden zijn in des Wevers hand
naast goud- en zilverdraden. Zó komt zijn plan tot stand’.
Ik wist dat in het blindeninstituut zo’n weefgetouw te zien is en ik wilde het graag eens zien. Jarenlang was in mij het verlangen om daarheen te gaan. Op een gegeven moment regende het en stond ik in het dorp in een portiek te schuilen. Er stond een meneer naast mij die zei, nou mevrouw, u treft het niet. Nee, zei ik, maar dat maakt niet uit. Ik ben hier met vakantie en ik kom hier al zoveel jaar. Hij zei, dan heeft u hier vast alles al gezien in al die jaren. Nee, zei ik, er is één ding dat ik nog graag zou willen zien. Hij vroeg wat dat dan was, en ik antwoordde, graag zou ik eens willen kijken in het blindeninstituut wat hier is. O ja, zei hij, en vroeg waarom. En ik vertelde hem de reden. Dan mag u van mij daar kijken, zei hij. Hoe is uw naam, vroeg ik. Hij antwoordde, Fred de Vouw. Vrijdagochtend zei de Heer, als je nu niet gaat, dan ga je nooit meer. Dus ging ik er op de fiets naartoe. Ik belde aan en een man deed open en vraagt, waar kan ik mee helpen? Ik wil hier graag rondkijken. Nou mevrouw, dat kan niet. Daar moet toestemming voor gegeven worden en meestal hebben we dan een groepsrondleiding. U bent alleen, dus dat gaat al helemaal niet. Maar ik heb toestemming hoor! Heeft u toestemming? Van wie dan? Ik zeg, van de heer Fred de Vouw. O, kent u Fred de Vouw? Ja, antwoordde ik! Nou die naam deed de deur open. Ik ging met hem naar de meisjesafdeling, naar de weefgetouwen en zag daar helemaal het gedicht van Corrie ten Boom.
Toen zei hij, nu zal ik je ook de mannenzaal laten zien. Dat hoefde voor mij niet zo nodig, ik had gezien wat ik wilde, maar om hem een plezier te doen, ging ik mee. Hij liet mij binnen, ging weg en ik stond alleen in die grote zaal met mannen, allemaal blind. Ik vroeg, nou Heer, wat moet ik hier dan toch? En ik ging zomaar wat rondlopen en blijf bij een jonge man staan, die douchekoppen in elkaar aan het zetten was. Zachtjes vroeg ik hem wat hij aan het doen was. Dat legt hij uit en we krijgen een gesprek over de Heer. Hij vroeg iets en nadat ik daarop reageerde zei hij, nou mevrouw, wat u nu tegen mij zegt, dat is het antwoord waar ik vanmorgen de Heer om gebeden heb. Ik dacht hem te zegenen, maar hij zei mij, mag ik u zegenen! Zes weken later bleek Fred de Vouw overleden, hij bleek zware kanker te hebben gehad. Voor mij is het duidelijk, God heeft dit zo geleid! En de naam Jezus opent deuren in ons leven.
Het belangrijkste
Het belangrijkste in mijn leven is dat Hij mij dit leven heeft gegeven met een doel waarvoor Hij mij bestemd heeft. En al gehoorzaam ik niet altijd, als ik het wel doe is het geweldig. Iedere ochtend als ik wakker ben, zeg ik, Heer, dank U wel dat ik wakker geworden ben en weer een dag met U mag hebben! Ik kan niet anders dan met Hem praten en Hem lof prijzen. Ik was in Beekbergen en kon niet slapen, dus dacht ik, ik ga maar zingen. Mijn dochter zei: wat krijgen we nou, mijn moeder gaat midden in de nacht zingen. Dus mijn leven is verweven met Hem. Ik geloof dat de Heer nog mooie dingen met mij voorheeft, ik ben in blijde afwachting!
Mijn dochter Petra vroeg mij wat ik wilde voor wanneer ik zou overlijden. Ik zei, geen toespraken, geen bloemen, gaan jullie thuis maar met elkaar praten over hoe ik was. Nou, dan hebben ze genoeg te praten, hè! Ze vinden mij een beetje raar, mijn vriendinnen zijn ook raar, zei Petra. Een dag later ben ik in de stille tijd, lees de Bijbel en zie daar staan: ‘Maar gij, geheel anders, hebt Christus leren kennen.’ Ik terug naar Petra, en zeg haar, ik heb in de Bijbel gelezen, en ik ben niet raar, maar ik ben anders! Eind november ging ik met haar een dagje naar Haarlem, daar zat een bedelaar en ik liep er voorbij. Oh, Petra, even wachten en ik liep terug en gaf hem wat geld. Petra zei, dat mag je niet doen, want hij gaat daar drank of drugs voor kopen. Ik zei, ik ben altijd blij dat ik daar niet hoef te zitten. Toen zei Petra, oh mam, ik kan soms zo jaloers op jou zijn!
Ik kwam een keer in Utrecht en in die stationshal zat een vrouw te bedelen met een hondje. Meestal geef ik wat, maar ik dacht, ze heeft een hondje waarvoor ze kan zorgen, dus zal ze niet zoveel geld nodig hebben. Ik zit in de trein en de Heer gaat spreken, waarom heb je niets gegeven? Nou, Heer, ik dacht dat ze het niet echt nodig had en ik had maar twintig euro bij me. Ja, zegt de Heer, maar Ik geef jou toch altijd genoeg, je had het toch kunnen geven. Oké, Heer, als ik een volgende keer weer ga, zorg ik dat ik twintig euro bij me heb en dan geef ik het aan haar. Een paar weken later kwam ik er weer, maar ze zat er niet. Nou Heer, ze zat er niet, dus ik kon ook niets geven. Er gingen maanden voorbij en toen zat ze er ineens weer. Ik loop er weer voorbij, want ik had haast, ik moest de trein halen. Ik voel letterlijk een hand op mijn schouder en in mij, wat heb jij beloofd? Jij zou geld geven. Ja, Heer, U heeft gelijk. Ik ben teruggegaan, heb haar het geld gegeven en in het Engels verteld waarom ik het gaf. Ik voelde me zo geweldig!
Ontwikkeling van het contact met Hem
Door meer met Hem te praten. Ik had jaren geleden gelezen in de Bijbel, Spreuken 3 vers 6: ‘Ken Hem in al uw wegen.’ Dat ging ik oefenen, met Hem alles doen. Ik had nooit veel geld want ik moest leren van Hem afhankelijk te zijn. Destijds ging ik naar Zuster van der Geer en we dronken koffie. Thuis had ik alleen aardappelen om een warme maaltijd mee te maken. Toen zei ze tegen mij, ik heb een groentetuin en ik heb zoveel boontjes, wil jij wat boontjes meenemen? Ja natuurlijk, ik zag het als van de Heer gegeven. Het was een heel stuk fietsen. En ik zei, oh Heer, ik ben helemaal vergeten U te zeggen dat ik naar Zuster van der Geer ging, maar bedankt voor de boontjes hoor! Zo heb ik geleerd met Hem te praten. Nu ben ik dus al heel lang met Hem aan het praten. Dan ga ik naar een vriendin en dan zeg ik, Heer ik ga naar mijn vriendin, gaat u gezellig met me mee? Dan gaan we samen, dat heb ik geleerd. Dan kan ik ’s avonds Hem bedanken en dan zeg ik, Heer wat hebben we samen een fijne dag gehad, hè! Zo kinderlijk, wordt als de kinderen staat er. Ik hoefde het niet te worden, ik ben het eigenlijk altijd gebleven.
Interview door Tsjêbbe de Vries
Soms
Soms kunnen woorden,
een knuffel geven,
soms kunnen woorden een knuffel zijn.
En wanneer afstand het geven
van een knuffel belet,
dan kan die knuffel in woorden
worden gezet.
Zo eenvoudig kan in een
woord,
een knuffel worden
gehoord.
Gevoeld als een zacht gebaar,
op je arm, je schouder,
het maakt niet uit waar.
Een woord van medeleven
doet het gemoed,
terwijl je het leest,
innerlijk goed.
Dan kan een woord meer zijn
dan een gebaar en
raakt het innerlijk een
gevoelige snaar.
Bewaar het dan diep in je hart,
roep het op in tijden van smart,
dan voel je meteen
er is altijd de liefde
van Die Eén.
Ingrid Franssen
KopTekst
Lange tekst Lorber van Bertie
JE HEBT MIJ
Miljoenen muziekstukken zijn er al gecomponeerd en ontelbare liedjes en gedichten geschreven.
En vaak denk ik: dit zou een liefdesliedje van onze hemelse Vader kunnen zijn…
Daarom heb ik als voorbeeld hiervan een lied gekozen dat ik erg mooi vind en graag met jullie deel.
Het is een vrije vertaling vanuit het Engels.
JE HEBT MIJ
Wanneer angst je overvalt,
wanneer twijfel je verwart,
als je zinkt als een baksteen
en geen adem meer krijgt,
wanneer tranen je overspoelen
en duisternis dreigt,
zul je niet alleen staan,
dan heb je Mij.
Wanneer alle muren instorten,
de nachten kouder worden
en je gezonde verstand
aan een zijden draadje hangt,
laat je hoofd dan rusten in Mijn hart,
leg je pijn op Mijn schouders,
kom dan in Mijn armen,
want je hebt Mij.
Ik ben het Die jou naar huis leidt,
Ik ben het Die jou warm houdt,
Ik neem je mee uit elke storm
en wanneer je die niet aankunt,
zal Ik voor je opkomen.
Wanneer angst je terneerdrukt,
wanneer twijfel je meetrekt,
dan sta je er niet alleen voor,
je hebt Mij.
Ik ben het Die jou naar huis leidt,
Ik ben het Die jou warm houdt,
Ik zal je uit elke storm halen
en wanneer jij het niet aankunt,
kom Ik op voor jou.
Je hebt Mij.
Ja, je hebt Mij.
Artiest: Gavin DeGraw, oorspronkelijke titel: You Got Me,
uitgebracht in 2014, vrij vertaald door Bertie Gelijk
Heb uw vijanden lief
In 2013 wilde ik voor het weekend dat wij gingen organiseren een lezing houden over het thema ‘Heb uw vijanden lief’. Ik stelde dat voor aan Thea en Gerda, die in die tijd met mij samen het bestuur van de stichting ‘Levend Hart’ vormden. Toen ik hen het thema voorlegde, reageerde Gerda meteen, ik heb geen vijanden. En Thea sloot zich daar meteen bij aan, zij had ook geen vijanden.
Ja, daar stond ik even van te kijken. Want mij leek het eigenlijk een heel goed thema. Maar, wat voor zin heeft dan zo’n thema, als zij al meteen zo reageerden? Natuurlijk hebben we er toen uitgebreid over gesproken en de gezamenlijke eindconclusie was, ja, toch een heel goed thema.
En nu, in 2025, met zoveel wat er op de wereld gebeurt, is het eigenlijk nog altijd een goed onderwerp om eens wat dieper over na te denken. Tijdens een Lorber Tagung, gehouden in 1994 in Bietigheim, Duitsland, werd er een lezing gegeven door de heer Mehnert. Deze lezing ging erover dat het liefhebben van je vijand heel belangrijk is. Hij zei daar onder andere over:
‘Als Jezus nu in Zijn kerk nog levend aanwezig zou zijn, dan zou het meest belangrijke bewijs van zijn aanwezigheid, de liefde voor Zijn vijand zijn. Dat is altijd de gevoeligste aanduiding van Zijn aanwezigheid, dat men diegene liefheeft door wie men vervloekt wordt. Het is de gevoeligste beproeving.’
Hier op aarde krijgen wij allerlei beproevingen, om van te leren, om te oefenen en vervolgens om tot volmaakte liefde te komen. Het onvoorwaardelijk liefhebben van de vijand in de meest ernstige mate is waarschijnlijk ook de laatste grens voor de volmaakte liefde. Jezus had en heeft al Zijn vijanden lief, ook degenen die Hem vervloekten, Hij heeft als mens die beproeving helemaal doorstaan. Dat is de ware, ultieme, onvoorwaardelijke liefde in de praktijk, die Hij voor ons heeft volbracht. Die beproeving is dus een heel belangrijke.
Als we geduld te leren hebben, krijgen we situaties waarbij we geduld kunnen oefenen. Als we ergernis af te leren hebben, krijgen we situaties waarbij we kunnen leren ons niet te ergeren. Als het de bedoeling is om te leren onze vijanden lief te hebben, krijgen we met vijanden te maken. Zo is het op aarde ingericht, dat we steeds iets te oefenen krijgen, tot we er volmaakt in zijn. Omdat het nodig is om te leren liefde in alles te worden en te blijven, is er geen situatie en geen vijand zonder nut, zonder te mogen leren!
Wie geen vijanden heeft, kan niet leren zijn vijanden lief te hebben. Dus ik geloof het niet, als mensen zeggen geen vijanden te hebben. Want dat zou betekenen, dat diegene geen oefening meer nodig heeft en in alles volmaakte liefde is en naar volmaakte liefde handelt. Meer waarschijnlijk is het, dat diegenen die dat zeggen, zich niet in alles bewust zijn van hun vijanden, of misschien denken dat zij al hun vijanden al liefhebben.
Dit staat erover in Hemels Brood 4056:
‘Je vijand zal altijd alles wat je zegt verdraaien en over alles wat je zegt liegen. Alles wat je doet in een verkeerd daglicht zetten en je onderuit halen, waar hij maar de kans krijgt. Zou hij dat niet doen, dan zou hij je vijand niet zijn. Daarom is het belangrijk dat je herkent wie je vijand is en dat je er dan rekening mee houdt dat hij je vijand is en dat je hem niet kunt vertrouwen.
Want dat is zijn sluwheid, dat hij zich regelmatig zal voordoen alsof je hem kunt vertrouwen. Op die momenten denk je ook dat je hem kunt vertrouwen, omdat er geschreven staat, ‘’Heb uw vijanden lief’. Maar er staat niet geschreven, ‘Vertrouw uw vijanden’. Want dat zijn twee verschillende hoedanigheden. Je vijand liefhebben is iets heel anders, dan je vijand vertrouwen. Want het liefhebben heeft met jouw hart te maken. Maar of iemand te vertrouwen is, heeft met zijn hart te maken. Al heb je iemand nog zo lief, dat wil nog niet zeggen, dat diegene dan meteen volmaakt en volop te vertrouwen is.
Hoeveel mensen op aarde heb Ik lief? Ik heb alle mensen lief, oneindig lief. Zijn er daardoor geen misdadigers meer, is er daardoor geen leugen en bedrog meer, zijn daardoor nu alle mensen volmaakt te vertrouwen en volmaakt in liefde? Geenszins! Wat doet jou dan denken, dat jouw liefde iemand wel volmaakt maakt? Ik blijf alle mensen liefhebben, Ik veroordeel ze niet, Ik blijf eerlijk, waarheid, goedheid, maar Ik weet ook precies in hoeverre Ik iemand kan vertrouwen, hoe het met iemands hart gesteld is. Liefde verandert ten goede, maar niet direct. Soms pas na heel lange tijd, na eeuwen en na eeuwigheden. Zoveel tijd als nodig is. ‘Heb uw vijanden lief’, is voor je bestwil. Want liefde voor degenen die jou kwaad berokkenen, beschermt je tegen het boze, ook al lijkt dat niet zo. Beteugel daarom jezelf tot liefde, zodat je vrij blijft en niet in de netten van je vijand terechtkomt. Dan krijgt hij geen werkelijk vat op je en is het effect van zijn leugens en bedrog van korte duur. Liefde verandert je vijand niet direct, maar beschermt je en helpt je met je vijand juist om te gaan. Dan zet zich de situatie naar wat voor jou uiteindelijk het beste is.
Vertrouw op liefde. Maar vertrouw niet op je vijanden, al doen zij zich in hun sluwheid nog zo geschikt voor. Kom bij Mij in liefde en Ik open je ogen, zodat je die sluwheid doorziet en, in liefde blijvend, je eigen weg kunt vervolgen, zonder prijs te geven waar je vijand op uit is. Je hoeft je vijand niet te vertrouwen, alleen lief te hebben, met Mij samen, lief te hebben.’
Deze tekst laat zien hoe belangrijk het is dat wij onze vijanden kennen. Maar wie en wat zijn dan eigenlijk onze vijanden? Meestal zien mensen misdadigers als hun vijand. Die zijn er in allerlei soorten en maten. Bedriegers, dieven, moordenaars, verkrachters, enzovoorts, kunnen allemaal je vijand zijn. In oorlogstijd wordt de tegenstander gezien als vijand. In het dagelijks leven kunnen mensen elkaar als vijand zien, rivalen kunnen elkaar als vijand zien. Als je geen van zulke vijanden in je omgeving hebt, kun je gemakkelijk zeggen, ik heb geen vijanden. Maar, misschien zijn er nog andere vijanden dan de hier genoemde vijanden.
Als de doorsnee mens een definitie of een algemene beschrijving van het begrip vijand zou moeten geven, zou dat waarschijnlijk zijn, iedereen die iets onrechtmatig van een ander afneemt, steelt, of iedereen die een ander iets aandoet of ergens in tekortdoet, of iedereen die je bedriegt, iedereen die leugens over je vertelt, enzovoorts. Maar voor ons zou het begrip vijand bijvoorbeeld heel eenvoudig kunnen zijn,
‘iedereen die van ware liefde is afgedwaald.’ Dat is onze vijand. Die moeten we liefhebben. Want wij zien ons verblijf op aarde vooral als een mogelijkheid om uit eigen vrije wil tot volmaakt gelukzalig leven in volkomen liefde te komen. Wij zijn hier vooral om te leren in alles liefde te worden en te blijven.
Als we die omschrijving nu eens iets veranderen en bijvoorbeeld niet zeggen, ‘Iedereen die van liefde is afgedwaald is de vijand’, maar als we daarvan zouden maken, ‘Iedereen die je verleidt tot het tegenovergestelde van liefde is de vijand’. Of we maken het nog een beetje sterker, ‘Alles wat, en iedereen die je verleidt of probeert te verleiden tot het tegenovergestelde van liefde’ is je vijand’. Dan gaat het er allemaal toch even heel anders uitzien. Want dan is de vijand niet alleen buiten ons, maar mogelijk ook in ons.
Dan is een verlangen wat iemand heeft en hem kan verleiden tot het tegenovergestelde van liefde, ook een vijand. Ergernis, ongeduld, boosheid, enzovoorts, kan je verleiden tot het tegenovergestelde van liefde en kan zo gezien een vijand van je zijn. Het zijn niet alleen de mensen om je heen, die je uitdagen met hun van liefde afgedwaalde gedrag en als vijanden oefening voor je zijn. Je hebt ook innerlijke vijanden, die verstopt zitten in je verlangens, in je eigenbelang, je ongeduld, je boosheden, je ergernissen en al zo meer, die oefening voor je zijn, om te overwinnen met liefde. Alleen, liefde voor je vijanden als mensen om je heen is nog te begrijpen, maar hoe kom je tot liefde voor die innerlijke vijanden, hoe ga je ergernis, ongeduld en dergelijke liefhebben, hoe vreemd is dat?
Jezus heeft al degenen die hem onschuldig veroordeelden, vervloekten en al wat Hem aangedaan werd, de leugens, het bedrog, de beschuldigingen, de geheel onterechte bestraffing, Zijn kruisiging, niet aangevochten, niet veroordeeld, geen verwijten gemaakt. Hij is niet boos geworden, maar heeft het in de grootste nederigheid laten gebeuren, omdat Hij niets wilde doen wat geen liefde is.
Naomi, één van onze kleinkinderen, was op driejarige leeftijd al behoorlijk bij de hand. Kletste je de oren van je hoofd en regelmatig wist ze de dingen heel spits onder woorden te brengen. Zo vertelde ze, ‘Soms ben ik wel eens stout. Maar dat vindt mama niet leuk hoor. Maar, mama vindt mij altijd lief. Ook als ik stout ben, ook dan vindt zij mij toch nog altijd lief.’
Zoals zij wist dat haar moeder haar altijd, onder alle omstandigheden liefheeft, zo mogen wij weten dat onze hemelse Vader ons altijd liefheeft. Ook als wij van liefde afgedwaald zijn. Maar wat voor ons van groot belang is, dat is te weten dat Jezus voor ons al onze vijanden al verslagen heeft, en dat wij alleen nog maar in alle nederigheid bij Hem hoeven te komen om met Zijn liefde al onze vijanden ook daadwerkelijk zelf te overwinnen!
Genomen uit de lezing ‘Heb uw vijanden lief’
gegeven door Ingrid Franssen op 27 april 2013
Zeven gedachten
De zeven gedachten die God buiten Zichzelf heeft geplaatst.
De liefde
geeft vleugels, maar vliegt door tot in de verste verte, daarom heeft zij
De wijsheid
nodig, om op de juiste manier met de liefde om te gaan, haar juist in te zetten. Maar bij die wijsheid is dan wel
De werkzame wil
nodig, of de wijsheid zou ongeremd doorgaan en tot een chaos verworden. Daarbij helpt dan
De orde,
die de werkzame wil in goede banen leidt, maar ook dat zou niet genoeg zijn zonder
De ernst,
die nodig is om geconcentreerd te blijven en geduldig, en alles tezamen is dan uiteindelijk
De zachtmoedige liefde,
de volkomen barmhartigheid, waarmee alles in de juiste rijpheid
tot het uiteindelijke doel kan komen.
Vrij geïnterpreteerd door Ingrid Franssen
Wat betekent arm zijn…
Een rijke vader, die zijn zoon wilde leren wat het is om arm te zijn, nam hem een paar dagen mee naar een boerenfamilie. De jongen verbleef drie dagen en drie nachten op de boerderij.
Op de terugweg naar de grote stad, vroeg zijn vader in de auto: “Hoe was je ervaring?”
“Goed”, zei de zoon, een beetje afstandelijk.
“Heb je iets geleerd?” vroeg de vader.
De zoon: “Veel!
Wij hebben een hond en zij hebben er vier.
Wij beschikken over een zwembad met gezuiverd water, dat komt tot de helft van de binnenplaats. Zij hebben een hele rivier van kristalhelder water met vis en mooie dingen.
Wij hebben elektrische verlichting in onze tuin, maar zij hebben de sterren en de maan als verlichting.
Onze tuin is tot aan de muur. Hun tuin is tot aan de horizon.
Wij kopen eten; zij koken het.
Wij luisteren naar CD’s… Zij horen een levende symfonie van vogels, krekels en andere dieren…
dit allemaal, soms vergezeld van het liedje van een buurman die zijn grondstuk bewerkt…
Wij maken gebruik van de magnetron. Hun eten smaakt naar warmte.
Om onszelf te beschermen leven we omringd door muren met alarm…
Zij wonen in een buurt met open deuren, beschermd door de vriendschap van hun buren.
Wij leven verbonden aan mobieltjes, computers en televisie. Zij zijn verbonden aan het leven, de hemel, aan de zon, aan het water, aan het groen van de velden, aan de dieren, aan hun schaduwen en aan hun familie.”
De vader was diep onder de indruk van zijn zoon.
Uiteindelijk eindigde de zoon:
“Hartelijk bedankt om me te laten zie hoe arm wij zijn.
Elke dag zijn we armer ten opzichte van de natuur, die werkelijk fantastisch is.”
We maken ons druk om te hebben, hebben, hebben, en steeds meer te HEBBEN.
Veel beter is, om ons druk te maken om wie wij “ZIJN”.
Leer te waarderen wat je hebt en LEEF IN VREDE!
Schrijver onbekend
Aangereikt door Bertie Gelijk
Flinterdun
Dat ik wel vrij ben en God toch alles in Zijn Hand heeft.
Dat begrijpen, dat dunne lijntje daartussen zien, flinterdun, flinterdun.
Haast niet te zien, niet te zien met het blote oog, alleen nét te zien met het innerlijk oog,
wanneer je in zijn liefde Hem mag zien, mág zien.
Want zonder Hem kun je vermoeden, maar niet zien. En het is zo flinter-, flinterdun.
Zo dun, dat het er niet is en toch is het er, mijn vrijheid en Zijn Hand.
Ingrid Franssen
IK HEB U LIEF
Mijn hart is vol dankbaarheid
jegens U, Almachtig Heer
Jezus, mijn verlosser
`k wil U danken… meer en meer
met liefdevolle wonderen
omringt en leidt U mij
ja, ik hoef slechts te volgen
want U maakt mijn pad steeds vrij…. ik heb U lief…
ik heb Uw Waarheid lief, o Heer
en de Wijsheid van Uw Wil
al Uw werken zijn zo wonderbaar
het maakt mijn hoogmoed stil
U kent mijn diepste verlangen
en heeft Uw plan reeds klaar
dit brengt U op mijn weg
zo verassend en zo WAAR…. ik heb U lief…
het enige wat storen kan
is mijn eigen belang
ja, dan lijkt U ver bij mij vandaan
het maakt me klein en bang
maar juist op die momenten
mag ik leren van de pijn
beseffend hoe goed het is
heel dicht bij U te zijn…. ik heb U lief… zo lief… !
Willeke Hesseling, CD Grenzeloos 4
Dank U, Heer
Ik dank U, Heer…
voor al uw zegeningen van de voorbije tijd,
voor de mooie, zonnige dagen, de regendagen en de minder mooie,
voor die vredige zomerdagen en voor die lange, donkere winternachten.
Dank U omdat ik gezond was, maar ook omdat ik ziek kon zijn,
omdat ik zorgen had, maar ook vreugde.
Dank U voor al wat U me gaf en dan weer wegnam.
Dank U, Heer, voor de glimlach van de mensen en voor de vele helpende handen,
voor de liefde die ik kreeg en al die wonderlijke dingen die U me toonde,
voor die bloem en die ster, voor kinderen en voor die liefdevolle zielen om me heen.
Dank U voor de eenzaamheid, het soms moeilijke werk,
voor de tegenslagen en de problemen, voor de onzekerheid en de tranen.
Het bracht me allemaal dichter bij U.
Dank U dat U mijn leven behoedde, dat ik een onderdak heb,
voeding en dat in al mijn behoeften voorzien wordt.
Wat zal de toekomst brengen?
Wat U ook maar wilt, mijn Heer.
Ik vraag enkel maar dat ik U mag zien in alles wat op mijn pad komt.
Maar vooral hoop en de moed niet op te geven.
En liefde, meer liefde voor U en hen die ik ontmoet, elke dag.
Geef me, Heer, wat U denkt dat goed voor me is
en waarvan ik niet eens kennis heb om het u te vragen…
Geef me geduld, nederigheid, een doel en een gevend hart.
Geef me een gehoorzaam hart en een luisterend oor.
Een wakkere geest en werkende handen,
zodat ik mag doen wat U verlangt
en ik me kan buigen naar Uw Wil voor mijn leven.
Giet uw zegeningen uit over hen die mij liefhebben,
over hen die me een inkomen verschaffen en over de mensen
die me willen dragen als ik zelf niet vooruit kom.
Breng vrede in de harten van de mensen.
Amen
Schrijver onbekend
Aangereikt door Bertie Gelijk
KopTekst
Tekst kort van Bertie
BouwMeester
We zouden de Here Jezus kunnen zien als onze BouwMeester. Hij geeft ons het nodige materiaal en de bouwtekening en wij mogen het uitvoeren, en dan hebben wij het gemaakt, uit Hem. Hij legt in ons wat het beste is om te doen, geeft daar uitleg over wanneer wij dat vragen en Hij laat de keus aan ons om wat Hij ons aanreikt wel of niet uit te voeren. Wij zijn vrij, en dat wil zeggen dat wij zelf mogen kiezen of wij Hem als onze Leraar accepteren en Hem volgen, of liever onze eigen ideeën volgen. Wij mogen Hem volgen, het moet niet. Maar voel dat in je, Wie Hij Is, jouw leven zoals jouw leven werkelijk het allerbeste is! Dat in je beseffen, Zijn liefde in je mogen voelen, dat is voor mij een enorme zegen van Hem.
Ingrid Franssen
KopTekst
Willeke Hesseling, CD Grenzeloos
Hemels Brood
HB Tekst





Kleine Wondertjes
Aanbieding
Behalve water drink ik elke dag ook 7-up. Doorgaans koop ik de 7-up wanneer die in de aanbieding is, maar deze keer was mijn voorraad tot op de laatste fles op en er waren geen aanbiedingen. Dan maar de geldende prijs ervoor betalen. Zomaar kwam het in mij op om naar een winkel te gaan waar ik bijna nooit naar toe ga. Maar het trok mij om daar weer eens heen te gaan. In de winkel vroeg ik waar de 7-up stond en dat werd mij gewezen. Ik liep erheen, pakte de eerste fles en zag, de 7-up was in de aanbieding, 2 voor de prijs van 1! Nergens anders was er een aanbieding, deze winkel waar ik zelden kom, werd mij aangereikt om naartoe te gaan! Dankbaar aan de hemelse Vader nam ik het aantal nodige flessen mee. Hij heeft mij weer geholpen!
Jan Franssen
Tomaten
Een tijd geleden kreeg ik last van onregelmatige hartkloppingen, die waren niet fijn. Uit onderzoek kwam naar voren dat de nieuwe medicijnen die ik had, dat veroorzaakten. Toen die gewijzigd waren in andere medicijnen klopte het hart weer helemaal normaal. Maar onlangs begon mijn hart weer onregelmatig te kloppen en ik begreep niet waar dat door kwam. Er was geen verandering in de medicijnen er was niets veranderd voor zover ik kon bedenken.
Vervolgens kwam mijn oudste kleinkind met haar vriend een kleine week logeren. Zij bedachten dat zij om te eten ‘kapsalon’ wilden maken, een gerecht wat in Rotterdam alom bekend is, maar ik had natuurlijk geen idee wat dat was. Zij zouden er helemaal zelf voor zorgen, alleen hadden zij daar ook tomaten bij nodig, en die ging Jan voor ze kopen. Jan is altijd van de ‘meer dan genoeg’, dus er bleven heel wat tomaten over. Toen de logeerpartij voorbij was, waren er dus nog veel tomaten en ik at daar elke dag van om ze op te maken.
Na een paar dagen bemerkte ik dat mijn hart weer helemaal normaal en rustig klopte, en ik vroeg mij af, hoe kan dat nou zo ineens. De hemelse Vader gaf mij daar innerlijk antwoord op. Hij herinnerde mij eraan dat ik eens in het ziekenhuis gelegen heb en na een operatie last kreeg van onrustige hartkloppingen. Mijn bloed werd getest en daaruit bleek dat ik een behoorlijk kalium tekort had. Dus kreeg ik kalium te slikken.
En ineens begreep ik waar de Heer op doelde, in tomaten zit heel veel kalium, ik had een onrustig kloppend hart door een kalium tekort, en door het eten van tomaten is dat langzaam weer aangevuld! En dan besef ik, o, hemelse Vader, weer heeft U mij geholpen, zonder dat ik daar weet van had, heeft U ervoor gezorgd dat ik juist tomaten te eten kreeg! En ik voelde een sterke dankbaarheid aan Hem in mijn hart!
Ingrid Franssen
Brandalarm
’s Ochtends vraag ik in gebed: leidt U mij vandaag. Dank u dat u mij vandaag daarheen stuurt waar ik nodig ben.
Gisteravond kwam ik thuis, liep door het trappenhuis naar de derde etage en hoorde op de trap al een brandalarm. Ik hoorde dat het op mijn etage was en ging op zoek naar waar het geluid vandaan kwam. Het bleek bij een oudere mevrouw te zijn en daar belde ik aan. Ze deed open, was duidelijk in paniek en het rook daar inderdaad erg naar iets wat verbrandde. Ik ging naar haar keuken en zag dat het haar oven/magnetron was, dus de stekker eruit gehaald, toen gevraagd naar een stok om de aan het plafond hangende brandalarmen uit te zetten. En tot slot heb ik die oven met ovenwant en pannenlap vastgepakt en op het balkon gezet. Ze zei me: ik zou bijna gaan geloven dat God bestaat, ik geloof niet hoor! Nou zei ik, Hij bestaat echt hoor!
Tsjêbbe de Vries
Vier
4
Vijf
vijfde wondertje
Zes
6e wondertje
Mooie stukjes tekst
Bidden is niet het uitspreken van je verlangens, ook al bedoel je daarmee anderen te helpen, het ware bidden is Zijn waarheid leven, Zijn liefde gelijk zijn en je in liefde aan Hem overgeven in het vertrouwen dat Hij alles weet, kent en ten goede keert.
Wanneer je de beste weg wilt gaan en je weet niet welke dat is, vraag het dan niet aan een medemens, vraag het in je hart aan Hem Die Alles is, kent en weet.
Wanneer er gezaaid wordt op een steen of in kurkdroge grond, dan ontkiemt het zaad niet en komt er geen vrucht uit voort. Maar wanneer gezaaid wordt in rulle, goed bemeste grond, zullen er al snel vruchten komen. Wees zo in je hart de goede grond waarin de hemelse Vader dan zaait, en al snel zul je daar de vruchten van proeven.
De ware zegen van een mens aan een medemens kan alleen een werkelijke zegen zijn, als die in zichzelf volkomen onvoorwaardelijk, volledig onbaatzuchtig en zonder enige verwachting, vanuit liefde voor Jezus Christus in het hart, uitgesproken wordt. Dat is uit Naam van Jezus Christus.

Zorg voor kwaliteit in je leven.
Niet voor véél, maar voor goed.
In alle opzichten.
Kwaliteit.
Het gaat in het leven niet om hoeveelheden.
Véél hebben, veel verdienen.
Het gaat om de kwaliteit.
Je kunt massa’s vrienden hebben, maar toch heel eenzaam zijn.
Of je kunt maar één vriend hebben, waarmee je alles kunt delen.
Probeer in je relaties de kwaliteit te bewaken.
Het gaat er niet om hoeveel tijd je aan elkaar besteedt,
het gaat er om hoeveel aandacht, zorg en Liefde je hebt
voor elkaar als je bij elkaar bent.
Dat je weet dat je er bent voor elkaar als dat nodig is.
Probeer dat wat je doet voor elkaar goed te doen.
Probeer de momenten die je bij elkaar bent, goede momenten te laten zijn.
Deel je leven op die momenten met elkaar.
In openheid en Liefde.
Uit “Alledag” door Netty Robeerst
STA STIL
bij wat je zegt.
Bewust en
onbewust.
Sta stil bij wat je zegt.
Hoe vaak zeg je niet dingen, waar je je niet van realiseert
wat dat bij een ander op roept.
Als je je kunt verplaatsen in de ander zou je de boodschap,
die je hem bewust of onbewust geeft,
kunnen beoordelen op het resultaat die hij heeft op de ander.
Je kunt daar niet voorzichtig genoeg mee zijn.
Let dus op de dingen die je verbaal of non-verbaal uitspreekt.
Let vooral op jouw eigen gevoelens die daar achter zitten.
En weeg je boodschap twee keer voordat je hem uitspreekt.
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Uit “Alledag” door Netty Robeerst
Rechtvaardigheid brengt vrede en liefde
en geen eigenbelang
Rechtvaardig
Heeft te maken met goed en kwaad.
Ook met oordelen.
Maar vooral ook met liefde en vrede.
Wat is dan recht-vaardig Recht is niet krom;
is niet een omweg;
is niet eerst naar andere belangen kijken
voordat je bij je doel komt.
Het is recht op je doel afgaan en dat waar maken.
Bij rechtvaardig hoort dus ook
het afwijzen van omwegen of nevenbelangen.
Als jij iemand wil helpen, of je doet je voor alsof je helpt
en je dient alleen je eigenbelang, dan ben je oneerlijk bezig.
Dat is onrechtvaardigheid.
Uit “Alledag” door Netty Robeerst
De Liefde leeft.
Ook in jouw hart en jouw leven.
Laat Haar licht en Haar warmte toe.
En Zij zal voor jou zichtbaar worden.
Een eindeloze stroom.
Als een eindeloze stroom, stroomt de Liefde door de wereld.
Ze laat mensen leven en zich met elkaar verbinden.
Ze laat kinderen geboren worden en groeien
in en door de Liefde.
Niets kan de wereld zonder de Liefde.
Dan zou ze uit elkaar vallen als een dorre droge massa.
Toch is die Liefdesstroom voor velen onzichtbaar
of zij willen Haar niet zien.
Maar jij, lieve kind, open je ogen en laat je verrassen
door de aanwezigheid en de schoonheid van de Liefde.
Koester Haar en laat Haar groeien in je hart.
In Haar licht en Haar warmte zul je voor altijd gelukkig zijn.
Uit “Alledag” door Netty Robeerst
Wijs het plaatje aan dat jou aantrekt en je tekst draait naar voren.

Jouw tekst
Probeer niet in Mijn licht te kijken wanneer het nog te sterk voor je is, het zal je verblinden.

Jouw tekst
Er is niets waaraan God niet eerst Zijn liefde geeft.

Jouw tekst
Onze Schepper heeft de mens veel wegen gegeven waarlangs hij Gods niet te bewijzen waarheid kan vinden.

Jouw tekst
Vrede is geen afwezigheid van oorlog, vrede is in de aanwezigheid van God in je hart.

Jouw tekst
God roept ons met Zijn liefde, wij hoeven alleen maar naar Hem te luisteren.

Jouw tekst
Alles wat de mens op aarde te doen heeft, is in zijn vrijheid tot Gods ware leven te komen, niets meer en niets minder.

Jouw tekst
Boos zijn op iets of op iemand is het gif van de slang. Kom naar Gods liefde in je hart, dan vervaagt al je boosheid.

Jouw tekst
Alleen barmhartige liefde heeft macht, dat is geen overheersende macht, maar een helende macht.
Dit Hemels Brood
gaat over
Hemels Brood 8641
Lieve mensen, weet dat er nooit, eeuwig nooit, iets van wat geen liefde is in Mijn hemel komt, niet het miniemste van wat geen liefde is. En daarin ben Ik heel streng, werkelijk uiterst streng. Weet daarbij dat Ik het kleinste van het kleinste van wat geen liefde is ken en nooit toegang zal geven tot Mijn leven. De dood zal eeuwig nooit tot leven komen, maar de mens die dood is, kan Ik uit de dood, wat eeuwig nooit leven kan zijn, tot leven wekken. Alleen de mens kan Ik uit de dood doen opstaan en tot leven laten komen.
Ik ben leven en er is geen ander leven dan het leven Die Ik Ben. Er is geen ander leven dan uit Mij is. Uit grote liefde heb Ik Mijn leven aan jullie mensen gegeven, en Mijn leven is liefde. Mijn liefde is onvoorwaardelijk, volkomen onbaatzuchtig, rechtvaardig en zachtmoedig. Mijn liefde is helend, barmhartig en vergevend. Uit die liefde komt de eeuwig volmaakte wijsheid voort. Mijn leven is volkomen eeuwige gelukzaligheid en blijdschap in liefde, en daarbuiten is eeuwig niets. Ik heb de mens op aarde Mijn leven in vrijheid gegeven, Mijn ware werkelijke leven, zoals Mijn leven in waarheid onveranderlijk is. En, lieve mensen, daarover waak Ik.
Ik ben oneindig veel, oneindig macht van leven, en dat ben Ik zonder begin en zonder einde. In het oneindig grote licht van het eeuwig brandend vuur van Mijn liefde en haar eeuwig volmaakte wijsheid Ben Ik, en dat licht is ondoordringbaar, en in dit licht ben Ik onbereikbaar voor alles wat niet ten volle volkomen gelijk Mijn liefde is. Daarover ben Ik volkomen streng en Mijn strengheid gaat uit tot de verste eeuwigheden van het oneindige en kent geen compromis, is onverbiddelijk in alle opzichten. En dat is onveranderlijk eeuwig waar.
Het is Mijn liefde en haar wijsheid die de mens van goede wil helpt, om alles wat door zijn van liefde afgedwaalde handelen dood aan een mens kleeft, te zuiveren. Alles in verhouding tot de mate waarin die mens in zijn vrijheid in Mij en Mijn liefde gelooft, op Mij vertrouwt en zoveel hij in zich ervaart en wil, naar Mijn liefde in zijn hart handelt. En hoe meer een mens uit eigen vrije wil het verlangen heeft om tot Mij en Mijn ware liefde te komen, des te meer trekt hij Mijn liefde naar zich toe en trek Ik Mijn strengheid van hem terug. Maar, lieve mensen, Mijn strengheid, zoals Ik die hierboven beschreven heb, is nooit weg, gedenk dat ten diepste.
Ken Mij daarom niet alleen als barmhartig, vergevend en liefdevol helpend, maar ken Mij ook zoals Ik onverbiddelijk streng ben, wanneer dat door het handelen van mensen zonder geloof en zonder liefde nodig is. Besef het onderscheid, zie Mij in je hart en zie Mij in de gebeurtenissen in de wereld, waar geen waarheid van leven is, waar dood en verderf is, en weet dan waar Mijn grens van liefde overgaat in Mijn onverbiddelijke strengheid. De dood wordt door Mij nooit gespaard. Maar de liefde kroon Ik. Want de liefde draagt Mijn Kroon van leven. Weet nu, lieve mensen die in Mij en Mijn liefde geloven, in jullie hart ben Ik de eeuwige liefde en haar wijsheid.



Algemene Informatie:
- Om de drie weken is op donderdagochtend van 10.30 tot ongeveer 12.00 u. een Zoomgroep via internet ‘In gesprek over geloven’, geleid door Ingrid Franssen. Aanmelden: 043 6044522 of via info@levendhart.nl De zoom app is gemakkelijk gratis te openen en daarmee kunnen we elkaar zien en met elkaar praten. Je bent welkom!
- Naast het gebruikelijke wat de stichting ‘Levend Hart’ aanbiedt, biedt zij sinds enige tijd gratis het boek ‘God begrijpt ons, maar begrijpen wij God, onze Schepper, onze Levengever’, aan. Dit is geschreven door Ingrid Franssen. Het geeft een beeld van onze verdeelde samenleving ten aanzien van het geloof in één God en het ongeloof daarin, en hoe dat in de loop der tijd de samenleving beïnvloed heeft en nog beïnvloedt. Wie belangstelling heeft voor dit boek, kan informatie vinden op de site godbegrijpen.nl of contact met ons opnemen via onderstaande gegevens: info@godbegrijpen.nl of info@levendhart.nl, of telefonisch via 043 6044522
- Ook in 2025 zal er weer een ontmoetingsdag worden georganiseerd voor lezers van de Nieuwe Openbaringswerken. Zoals gewoonlijk op de laatste zaterdag van september, in het Paalmanhuis aan de Dorpstraat 63 te Westervoort. Het thema voor deze dag is nog niet bekend. De dag duurt van 10 tot 16 uur. De kosten zijn € 15 pp. inclusief lunch, koffie en thee. Wanneer je hier belangstelling voor hebt, kun je bellen met Hans de Heij, 026-3620600, of een e-mail sturen naar hansdeheij@delta.nl
Volgende uitgave van LiefdeRijk
staat gepland voor
September 2025
