God, onze Schepper, is volkomen volmaakte liefde, Heilig in Zijn Goddelijke Wezenlijkheid en Mens in Jezus Christus in ons.
Want de wijsheid is het licht van de liefde en de uitstraling van dit licht is werkelijke eeuwige waarheid.
Deze laatste zin staat in De Huishouding van God deel III Hoofdstuk 49 vers 14, van Jakob Lorber.
Lieve Mensen,
We maken dagelijks van alles mee, vaak staan we er niet bij stil, dat het de Hand van Jezus Christus is, die ons een duwtje in de goede richting geeft. Wanneer jij iets meemaakt waarvan je zou kunnen zeggen dat het Gods Hand was, mogen wij dat dan weten en in LiefdeRijk zetten? Wij denken dat lezers van deze Nieuwsbrief dat fijn zouden vinden.
Je kunt dat ons sturen via de post, de telefoon of via e-mail naar info@eeuwigliefdezijn.nl We beloven niet dat het in zijn geheel geplaatst wordt, maar wij en onze lezers zijn er zeker blij mee!
Schrijf of bel ons en vertel ons je bijzondere verhaal!
Inleiding
Steeds meer realiseer ik mij hoe belangrijk het is om zoveel mogelijk in mijn hart naar onze Schepper te gaan en naar Hem te luisteren. Want het lijkt erop dat in de wereld de leugen en het bedrog de overhand nemen. Op een manier waarbij je voelt dat het er is, maar aanwijzen kun je het niet. Ik kan zelf niet meer aangeven of iets wel of niet waar is, daarvoor heb ik het innerlijk contact met onze Schepper nodig. Overal in het nieuws geven mensen hun mening, maar wat is de juiste kijk op alles wat er gebeurt? Iedereen denkt dat zijn zicht op de samenleving de ware is, maar dat kan natuurlijk niet zo zijn. Zolang mensen zichzelf in het middelpunt zetten, wordt het moeilijk om tot een aangename samenleving te komen. En wat dan te doen, wanneer de samenleving steeds meer uit elkaar begint te vallen? Dan is er maar één juist handelen, en dat is Jezus Christus in je hart in Zijn liefde te volgen.
GJE deel 10 - hoofdstukken 174 ,175, 176
174 Belevenissen aan gene zijde
[1] Hierop vroeg de opperstadsrechter aan zijn vader: ‘Waar is de plaats dan, waar je verblijft, en hoe ziet die eruit?’ [2] De vader zei: ‘In ons rijk is er helemaal geen plaats waarvan men zou kunnen zeggen: ‘Kijk hier is het, of daar, en zo ziet het eruit, en zo is het ingericht!’; want bij ons is iedereen zelf de plaats waar hij woont, en de aanblik en de hoedanigheid van die plaats komt in alle opzichten overeen met de innerlijke hoedanigheid van de mens. [3] Ik ben nu naar aardse tijdrekening toch al een zodanige tijd aan gene zijde, dat men toch wel iets bijzonders kan zien en ervaren; maar tot nu toe heb ik nog niets gezien wat enigszins overeenkomt met wat men in deze wereld over de wereld aan gene zijde geloofd, gedacht en verzonnen heeft. Ik heb de rivier de Styx gezocht en de schipper Charon, en heb geen van beide gevonden. Ik heb ook wel een poosje een dodelijke angst gehad voor een furie of voor de drie onverbiddelijke rechters Minos, Aeacus en Rhadamanthys alleen, niets van dat al! Ik heb het Elysium willen zoeken, ben wijd en zijd als het ware door een grote zandwoestijn rondgelopen, en zie, er was ook geen Elysium te vinden – kortom, ik zag en vond niets en niemand, behalve mijzelf en de zeer losse bodem waar ik mij op bevond. [4] Na volgens aardse tijdrekening – ongeveer twee jaar gezocht te hebben, in welke tijd ik nog altijd in alle richtingen door die eindeloze zandsteppe trok, ontdekte ik op tamelijk grote afstand eindelijk toch iemand, die zich in precies dezelfde toestand leek te bevinden als ik. Ik ging snel op die iemand af en was weldra helemaal bij hem. [5] Bij hem gekomen, vroeg ik hem direct: ‘Jij schijnt je in een soortgelijke toestand te bevinden als ik! Onder onze voeten niets dan een zandvlakte, waar geen einde aan komt, boven onze hoofden een meer donkere dan lichtgrijze nevel, en verder ziet men alleen zichzelf en zijn in het zand gedrukte voetstappen. Er is ook geen wind, en van water of een ander object is helemaal geen sprake. Ik dwaal nu naar aardse tijdrekening ongeveer twee jaar in deze zandwoestijn rond, en vind niets waarmee men zich zou kunnen verzadigen en zijn eventuele dorst zou kunnen stillen. Ik weet dat ik het tijdelijke verlaten heb en als een echte arme ziel in deze woestijn rondzwerf, wat ik werkelijk buitengewoon onaangenaam vind. Ik heb heel veel moeite gedaan om hier in deze wereld, die een geesten of zielenwereld moet zijn, alles te zoeken en te ontdekken waar ik in de wereld zo half en half in heb geloofd, maar niets van dat alles. [6] Jij bent nu na twee jaar de eerste op mij lijkende verschijning. Kun je mij misschien zeggen wat men hier kan doen en hoe men het moet aanpakken om toch eindelijk eens een plaats te vinden, waar het zo half en half uit te houden zou zijn? Want ik ben het zoeken in deze uitgestrekte zandsteppe wel moe geworden en heb echt geen zin meer om nog meer stappen voor en achteruit te doen!’ [7] Daarop zei de persoon, die op mij scheen te lijken en zich in dezelfde toestand als ik bevond: ‘Ja, mijn vriend, er zijn er tallozen in dit rijk die net als jij wat je zoekt, al vele eeuwen lang zoeken! Als je hier iets wilt vinden, moet je het niet zo aanleggen als op de materiële wereld, waar men alles alleen buiten zichzelf zoekt. Wie dat hier doet, vindt eeuwig niets! Want er is hier geen andere plaats en streek meer dan hijzelf, al zou hij die ook op alle plekken van de oneindige ruimte willen vinden. [8] Je moet dus met je gedachten, je streven en willen teruggaan in jezelf en in jezelf beginnen te zoeken, te denken en te vormen; dan pas zul je een plaats vinden die overeenkomt met jouw denken, vormen, willen en jouw liefde! Doe dus alsof je deze zandsteppe niet ziet, evenals de grauwe nevel boven je, maar begeef je in de fantasie van je innerlijke gemoed, dan zal weldra alles een andere vorm voor je krijgen! Ik heb me door jou laten vinden om je dat te vertellen.’ [9] Na deze woorden verliet die iemand mij plotseling weer en liet me op mijn zandsteppe staan. Ik nam zijn woorden ter harte en begon in mijzelf te gaan en heel levendig te denken; ik schetste in mijn fantasie zo goed en zo kwaad als het ging een streek en een plaats – en ziedaar, het duurde echt niet lang of daar zag ik mijn fantasie weldra voor mij uitgespreid. [10] Het was een dal waar een beek doorheen liep. Links en rechts waren weiden en ook bomen en struiken, en op enige afstand ontdekte ik ook een dorp, bestaande uit lage boerenhutten, waarvan ik het gevoel had dat ik daar naartoe zou moeten gaan. [11] Maar ik dacht bij mijzelf: ‘ Als ik weer begin te lopen, zal ik tenslotte weer alles kwijtraken wat ik moeizaam voor mijzelf heb geschapen! In plaats daarvan zal ik proberen om hier vlakbij maar zo’n hut te vormen -daar wil ik dan heel graag voor altijd in wonen en hem behouden!’ [12] Ik stelde mij zoiets voor, en daar stond de hut ook al gauw, omgeven door een tuin vol fruitbomen, waarmee ik volkomen tevreden was. [13] Ik ging de hut binnen om in zekere zin in mijzelf te zien wat er nog meer zou zijn. Toen ik in de hut kwam, zag ik dat die volkomen leeg was, en ik begon nog dieper in mijzelf te gaan en mij dingen voor te stellen, waarop weldra allerlei spullen in die hut verschenen: stoelen, banken, tafels en ook een rustbed, helemaal zoals ik het mij had voorgesteld. [14] Ik dacht verder: ‘De tafel is er nu; maar er staan nog geen brood, wijn en andere spijzen op!’ [15] Terwijl ik daar levendig aan begon te denken, stond er ook al voldoende brood en wijn op tafel; bij de aanblik daarvan aarzelde ik niet lang, greep snel naar het brood en ook naar de wijn, want ik had al erge honger en dorst – en kijk, spoedig daarna voelde ik mij zeer gesterkt, en met mijn denken en fantaseren begon het veel levendiger en krachtiger te gaan!’175 Leiding in de wereld aan gene zijde
[1] (De vader:) ‘Daarna liep ik weer mijn hut uit en trof alles nog precies zo aan als tevoren. Toen dacht ik bij mijzelf: ‘ Allemaal goed en wel; maar toch ben en blijf ik alleen! Als ik nu maar die eerdere vriend bij mij zou kunnen wensen om hem mijn dank te kunnen betuigen voor de goede raad die hij mij heeft gegeven!’. Bij deze wens keek ik in de richting van het verafgelegen dorp dat ik al eerder noemde, en zag hoe zich weldra vanuit dat dorp verscheidene mensen in mijn richting begonnen te bewegen. [2] Ze kwamen weldra dichtbij, en onder hen herkende ik ook al gauw die vriend, die mij in de vroegere zandwoestijn die goede raad had gegeven, en hij zei tegen mij: ‘Wek nu in jezelf een oprecht gevoel van liefde, medelijden, erbarmen en weldoen, dan zullen er weldra verscheidene mensen naar je toekomen die het nu nog net zo vergaat als het jou is vergaan! Deel dan je levensbrood en je levenswijn met hen, dan zullen ze spoedig daarna gelukkiger en jouw buren worden! Laat echter degenen die niets van je willen aannemen, overeenkomstig hun wil weer verder trekken en een plaats en een onderkomen zoeken, dan zal het hun verder net zo vergaan als het jou bij je zoeken is vergaan! Blijf jij echter van nu af aan steeds groeien in liefde, erbarmen en in het levende verlangen om arme blinden zoveel mogelijk goed te doen; daardoor zul je zelfsteeds maar rijker en daardoor ook gelukkiger worden!’ [3] Daarna keerden degenen die mij in mijn eenzaamheid hadden bezocht weer terug, en opnieuw volgde ik de verdere raad van mijn nog onbekende vriend op. En kijk, weldra kwam er een grote groep behoeftige zielen naar mij toe, en ik vroeg hen of ze iets zagen en waarnamen. [4] Ze antwoordden: ‘Tot nu toe alleen nog maar een eindeloze steppe onder onze voeten en een grauwe nevel boven ons!’[5] Ik liep mijn hut in en bracht hun brood en wijn.[6] Enkelen van hen zagen het brood en de wijn onmiddellijk, toen ik tegen hen zei: ‘Hier hebben jullie brood en wijn; versterk jezelf!’[7] Vele anderen merkten het echter niet op en dachten dat ik opzettelijk de spot met hen wilde drijven, en ze trokken verder. [8] Degenen echter die brood en wijn aannamen, zagen ook direct mijn hut en het hele mooie landschap, en ze bleven bij mij. Ik onderwees hen op de manier zoals ikzelf onderwezen was, en weldra werd mijn voorheen eenzame hut omringd door een groot aantal andere goed ingerichte hutten; zodoende kreeg ik mijn eerste dorp en mijn eerste gezelschap en bleef daar zelf zolang, tot ik mijn innerlijk door de liefde voor mijn naaste steeds grootser en weidser had gemaakt. [9] Na die verwijding werd ook al gauw de omgeving weidser, levendiger en mooier, en ik werd daar steeds gelukkiger en meer verlicht; en naarmate het innerlijke licht zich meer in mij uitbreidde en mij dingen voor de geest riep, waren die er ook heel snel. [10] In die toestand begon ik ook te denken aan mijn verwanten die ik in de wereld had achtergelaten en hun mijn gedachten mee te delen, namelijk dat er na het wegvallen van het lichaam een onvernietigbaar leven van de ziel bestaat. [11] En kijk, spoedig daarna kwamen jouw moeder en zusters naar mij toe, en ik kon met hen spreken, net als nu met jou! Ze geloofden wat ik hun vertelde en hebben het ook aan jou verteld; maar bij jou vond het tot nu toe geen geloof, omdat je je met je hele denken, liefhebben en willen te veel in de starre uiterlijke wereld hebt begeven. [12] Tot slot wil ik nog opmerken dat die goede vriend, die mij als eerste in de woestijn die goede raad gaf, wat zijn gelaatstrekken betreft heel veel lijkt op deze Heer waar jij naast zit, en bij de eerste aanblik van Hem voelde ik in mijzelf het vage idee opkomen dat Hij de Heer van deze en ook van onze wereld is. Ik spreek nu wel met jou – maar niet alsof het op een andere plaats is, maar enkel op de plaats waar ik woon. Daaruit kun je concluderen dat het voor mij niet nodig is mijn verblijfplaats te verlaten om met iemand in deze wereld om te gaan -maar waar ik ben en spreek, daar is ook de plaats waar ik woon. [13] Overigens vestig ik er nog je aandacht op dat jij, watje ziel betreft, in de uiterlijke wereld nu ook op louter zand rondzwerft en datje boven je, dat wil zeggen in je verstand, alleen maar donkergrijze nevel hebt. [14] Deze aarde en watje erop en erboven ziet is ook enkel een door de allerhoogste geest geschapen oord, precies zoals mijn dorp in het klein door mij is geschapen. [15] De liefde van de grote Geest, Zijn buitengewoon heldere lichtgedachten, Zijn almachtige wil en Zijn grote barmhartigheid zijn de oerelementen waaruit Hij zulke wonderbaarlijke oorden vorm geeft en ook in stand houdt, zolang Hij wil. In deze wereld zie je dus niets anders dan zo’n oord, dat vanuit de grote Geest in een bepaalde orde tot bestaan werd gebracht; voorjouw ziel blijft het echter alleen maar zichtbaar als iets bestaands, zolang jouw ziel nog met materie omhuld is. [16] Als dat omhulsel van je wordt afgenomen, dan ben je zonder plaats, zonder enige vaste bodem en zonder een bepaald licht boven je -behalve wanneer je reeds in deze wereld de weg naar je innerlijk hebt gevonden. Dan gaat het aan gene zijde natuurlijk anders; want dan komt alles, de plaats en wat voor jou nodig is, al met je mee naar de andere kant en hoef je niet pas aan gene zijde door een vriend op de hoogte te worden gesteld hoe men bij ons een woonplaats en gezelschap verkrijgt. – Onthoud dat, mijn zoon!’ [17] Nu wilde de zoon nog verder met zijn vader spreken.[18] Deze zei echter nog terwijl hij ging vertrekken (de vader): ‘Voor al het overige wat je nog wilt weten moet je je in je hart wenden tot Degene die naast je zit; want Hij kent alle dingen, op deze wereld en in die van ons!’[19] Na deze woorden verdween de geest.176 De vraag naar de hel en haar geesten
[1] Nu wendde Ik Mij tot de opperstadsrechter en zei: ‘Was dat de geest van je vader of niet?’ [2] De opperstadsrechter zei: ‘Grote Heer en Meester, hij was het even zeker en beslist als ik zijn zoon ben, en hij kan geen fantoom van mijn eigen fantasie geweest zijn; want zo’n fantoom zou niet zo wijs met mij hebben kunnen praten, en wel over dingen die mij tot nu toe even vreemd waren als wat zich onder onze aarde bevindt. Van nu af aan geloof ik geheel en al aan een onvernietigbaar voortleven van de ziel na het afvallen van het lichaam! [3] Slechts één ding vond ik wat merkwaardig, en dat was dat mijn vader, zolang hij daarginds is, geen boze geesten van de heidenen en nog minder een of andere duivel van de Joden is tegengekomen. Er wordt toch overal gezegd dat slechte mensen ook aan gene zijde voortbestaan en in hun onblusbare woede voortdurend bezig zijn om alleen maar kwaad te doen. Hoe zien de oorden van die boze geesten er dan eigenlijk uit? En waarom heeft mijn vader er aan gene zijde nog niet één te zien gekregen?’ [4] Ik zei: ‘Maak je daar maar niet zoveel of helemaal geen gedachten over! De boze geesten, die men duivels noemt, keren uiteindelijk ook in zichzelf, maar daar vinden ze enkel uiterst kwade dingen, die hun eigenlijke liefde zijn. Hieruit scheppen ze voor zichzelf oorden die volkomen gelijkenis vertonen met hun innerlijke karakter, en geleidelijk aan zonderen ze zich af in bepaalde groepen -al naargelang de mate van hun boosaardigheid -en proberen iedereen te schaden. Als ze onder de mensen op deze aarde soortgelijke karakters bespeuren, vinden ze ook al gauw wegen om hen op bijna dezelfde manier te benaderen als jouw vader jou heeft benaderd, nemen dan eerst het vlees in bezit en vervullen het met van alles wat men maar slecht en boosaardig kan noemen. [5] In het begin treden ze stilletjes op en proberen ze de ziel in het vlees te trekken. Als dat gebeurd is, is de ziel al zo goed als verloren voor alles wat juist, rein, goed en waar is. En Ik ben juist Zelf in het vlees in deze wereld gekomen om aan deze oude kwalijke praktijken een definitief einde te maken ten behoeve van al diegenen die in Mij geloven en volgens Mijn leer zullen leven en handelen -want kijk, Ik alleen ben de Heer over alles in de wereld en over alles in het rijk der geesten! Geloof dat, dan zul je leven!’ [6] Daarop dankte de opperstadsrechter Mij voor dit onderricht, maar stelde als scherpzinnig verstandelijk criticus tot slot nog de volgende vraag: ‘Maar, Heer en Meester, hoe hebt U zulke kwalijke praktijken eigenlijk kunnen aanzien, zonder daar al heel lang geleden definitief een einde aan te maken?’ [7] Ik zei: ‘Wat jij zou willen, is door Mij ook altijd gebeurd, en er is nog nooit een enigszins goed mens verloren gegaan; maar voor hetgeen nu gebeurt, was de mensheid op deze aarde nog te jong en is ze ook nu nog lang niet rijp genoeg. [8] Maar ter wille van de weinige goeden heb Ik Mij over deze wereld ontfermd en wil Ikzelf voor hen aan gene zijde een rijk vestigen, waar ze eeuwig bij Mij zullen zijn en samen met Mij zullen heersen. [9] In de grote wereld aan gene zijde bevinden zich reeds talloze betere Joodse en heidense geesten zoals jouw vader; als Ik binnenkort naar Mijn eeuwige oer-zijn terugkeer, zal ook aan al die betere heidenen en Joden aan gene zijde de juiste weg naar het volmaakte, eeuwige leven getoond worden. Alle slechte zielen zullen echter ook altijd de vrijheid hebben om hun leven te beteren en de weg van het licht op te gaan of in hun kwaad te blijven en zich daardoor eeuwig te laten kwellen; want in wat zijzelf willen, overkomt hun geen onrecht. [10] En zo zal aan gene zijde het loon van de goede het goede zijn, maar het loon van de slechte het slechte; iedereen zal zich na het afleggen van zijn lichaam in zijn jongste dag bevinden, en Ik zal iedereen opwekken en hem het loon vanuit hemzelf geven, zoals hij was, goed of slecht. [11] Daarmee zijn alle vragen die je Mij hebt gesteld wel meer dan voldoende beantwoord, en als Ik je nog diepgaander zou willen antwoorden, zou je het toch niet begrijpen; want jullie zijn allemaal wat jullie ziel betreft nog kinderen en zouden stevige, mannelijke kost nog niet kunnen verdragen. Daarom moeten jullie ook eerst met melk gevoed worden; maar wanneer jullie door dat voedsel eenmaal voldoende krachtig zijn geworden, zullen jullie ook in staat zijn krachtiger voedsel uit de hemel te verdragen.’Uit: GJE Deel 10 Hoofdstukken 174, 175 en 176
Aangereikt door Mieke van Gijssel
Inhoud
Hemels Brood 8287
Zie, Ik ben het eeuwig zuivere, meest heldere ondoordringbare, alles naar volkomen waarheid tonende Licht voor alle mensen. Maar niet alle mensen kunnen Mijn licht ten diepste zien. Steeds meer mensen hebben het vermogen verloren om in Mijn licht alles helder en naar waarheid te kunnen zien. En in deze tijd, waar alles grillig en ongeordend tot een grote chaos aan het verworden is, is Mijn licht nodig, en zal Ik met veel licht komen.
Maar langzaam, eerst voor een klein aantal mensen die Ik erop voorbereid heb om in Mijn licht te kunnen gaan zien wat waarheid, liefde en haar wijsheid is en bewerkt. Eerst zullen zij als kleine lichtjes Mijn licht in zich opnemen en om zich heen uitstralen. Voor Mijn licht moet het duister wijken, zodat dit licht andere mensen bereikt en hun innerlijke ogen gaan wennen aan Mijn licht. Zo komt Mijn licht ook in hen en ook om hen heen wordt het lichter en moet het duister wijken. Wanneer je dat van bovenaf zou zien, dan zou je zien dat er steeds meer kleine lichtjes ontstaan die elkaar gaan raken en dat de lichtvlekjes groter en groter worden. En op een zeker moment zou je zien dat er meer licht dan duisternis is, dat het duister langzaam maar zeker door het licht overwonnen wordt. Tot er op het laatst geen duisternis meer is. Want Ik, Jezus Christus, heb de beker vol duistere gruwelijkheden tot op de bodem leeggedronken. Zie, lieve mensen, wat dat betekent in werkelijkheid en voel hoe intens lief Ik jullie mensen heb.
Wees erop voorbereid dat het duister zich niet gemakkelijk aan Mijn licht overgeeft, maar weet dat Ik, het Eeuwig ware zuivere Licht, het duister reeds overwonnen heb. Dat zal gezien gaan worden in waarheid, liefde en haar wijsheid. Kom in Mijn licht en Ik open de ogen van je hart, zodat zij Mijn licht aankunnen en je ten diepste gezuiverd wordt van al het duister wat nog, in hoekjes verborgen, zich verzet. Word licht, Mijn licht, zelfstandig in waarheid, liefde en wijsheid. Want daarvoor heb Ik jou naar Mij toe getrokken, ten dienste aan Mij en al je medemensen. Wees één met Mij in liefde en wees gezegend in werkelijk leven.
Werkelijk licht
Kort geleden werd mijn aandacht getrokken door een serie op Netflix die heet ‘The light we cannot see’. ( Het licht dat wij niet kunnen zien) In de hoofdrol speelde een jonge vrouw die vanaf haar geboorte blind was. Haar vader had voor haar een maquette op schaal gemaakt van de plaats waar ze woonde en haar alle wegen, plaatsen, huizen en winkels geleerd te vinden, zodat zij er zonder begeleiding kon rondlopen. De Eerste Wereldoorlog begon en het verhaal ontrolde zich. Gaandeweg het kijken begon ik die titel te begrijpen.
Iedereen in het dorp kende de jonge blinde vrouw en iedereen wist dat zij via de radio gegevens doorgaf aan de Engelsen, de Amerikanen, de Canadezen, zodat de Duitse commandoposten steeds precies op de millimeter gebombardeerd konden worden. Op een gegeven moment was het voor de Duitsers duidelijk, iemand in dat plaatsje gaf de informatie, ook wisten ze dat het om een blinde vrouw ging. Veel mensen waren toen de oorlog begon gevlucht, dus veel mensen waren er niet meer. De Duitsers vroegen aan iedere bewoner naar het adres van deze blinde vrouw, maar niemand gaf er antwoord op en meerderen werden ter plekke doodgeschoten omdat zij haar niet wilden verraden.
Uiteindelijk wordt haar adres toch bekend, en is er een Duitse officier die haar in haar huis wil doden. Juist door haar blindheid heeft zij een extreem scherp gehoor ontwikkeld en daarmee hoort zij elk geluid wat geen ander hoort en weet zij waar haar vijand zich steeds bevindt. Daardoor overleeft zij de aanval. Nu zou je denken dat de titel van de film daarover gaat, dat zij niet zien kan, maar door haar zuivere gehoor gered is. Maar ik zie dat anders.
Ergens in de film zegt iemand: ‘Het licht dat uit het verbranden van steenkool of wat dan ook ontstaat, is eigenlijk het zonlicht en dat blijft altijd bestaan, oneindig lang. Het punt is dat duisternis, het donker, nog niet een seconde blijft bestaan, zodra je het licht aandoet.’
En op dat moment viel de ware betekenis van de titel bij mij op zijn plaats: ‘Het licht dat van God komt, kunnen wij met onze materiële ogen niet zien, maar wanneer onze misvattingen, onze verkeerde daden, enzovoorts, door Zijn liefde verbrand worden, verdwijnt in het licht van Zijn brandende liefde alles in ons wat duister is en zien wij de waarheid van Hem in Zijn licht.’
Ingrid Franssen
Word Gods kind
Als je spreken verstomt,
als je denken niet langer voortwoekert,
als je jachten en jagen verlamt,
als je handen en voeten in onmacht gekluisterd zijn,
als je eigenwaan in het niet zinkt,…
kan de grote stilte over je vallen,
waarin lk binnentreed.
Van dat ogenblik af
wordt alles nieuw en alles anders.
lk Zelf, oorsprong en begin van alles,
kom door en in liefde in je wonen.
In de overgave van je wil,
kan Mijn liefde, die almachtig is,
al je vermogens van lichaam, ziel en geest overnemen.
lk Zelf word nu de handelende persoon in je.
In jou vindt de kringloop van de schepping zijn vervulling.
Materie en geest, mens en God,
verenigen zich in een eeuwige bruiloft.
En overal waar je komt,
verspreidt zich het zachte suizen
van liefde naar God en medemens,
waarin lk Zelf aanwezig ben
en wandel over de aarde tussen Mijn kinderen.
Het ondenkbare, het onvoorstelbare, het onmogelijke,
wordt opnieuw heel werkelijk concreet.
Mens, word stil,
en word Gods kind!
Vrede en vreugde bloeien alom.
Pieter van Acoleyen
Voorbij
Ik ken geen zorgen meer… ze zijn voorbij
ik leg ze aan Jouw voeten neer
mijn liefste Jezus… almachtig Heer
mijn zekerheid ben Jij…
Jouw liefde kent geen tijd… heeft eindeloos geduld
Jouw ogen zagen mijn begin
en engelen omringden mij
zelfs toen ik Jou niet kennen wou
bleef Jij mij trouw…!
Ik ken geen tranen meer… ze zijn voorbij
ik leg ze aan Jouw voeten neer
mijn liefste Jezus… almachtig Heer
mijn hulp en troost ben Jij…
Jouw liefde kent geen vorm… kijkt enkel naar het hart
je raakte mij heel even aan…
een grijze sluier is omhoog gegaan
vanuit het schemer zie ik… in het licht…
Jouw liefdevol gezicht…!
Ik ken geen angsten meer… ze zijn voorbij
ik leg me aan Jouw voeten neer
mijn liefste Jezus… almachtig Heer
mijn vrede-vorst ben Jij
Jouw liefde kent geen grens… is overal nabij
nu ik mijn leven aan Jou geef
komt er vrede die mijn wezen vult
de haat en afgunst… ach… het hoeft niet meer…
want ik vond mijn Heer…!
Zijn liefde is zo groot… ze vult het hele AL
en nu ik dit beseffen ga… weet ik dat het EEUWIG duren zal
’t is ware liefde die ik voel… Hij is mijn doel…!
Willeke Hesseling, CD Grenzeloos 3
Doorgeeflichtje
Ik heb een wens:
Dat éne lichtje,
dat aanwezig is in mijn hart,
Dat lichtje van hoop en vriendschap
Dat geef ik nu door aan jou
Opdat je het zou bewaren
daar in je hart
En warmte moet het je geven
Opdat je het nimmer koud zult hebben
En licht, ja véél licht
Opdat je nooit bang hoeft te zijn in het donker
Maar vooral véél licht
Zodat je het kunt doorgeven
Aan degene die dierbaar voor jou is
En dat die het ook weer doorgeeft
Zodat het kan groeien en schitteren
In het hart van ieder mens.
Geef je het door?
Bron onbekend
Aangereikt door Bertie Gelijk
Interview met Hella Schuster door Tsjêbbe de Vries
Kinder- en jeugdjaren en het geloof
In mijn ouderlijk huis in Keulen in Duitsland werd niet gebeden, God, geloof en kerk speelden geen enkele rol. Mijn vader was in de oorlog krijgsgevangene in Rusland geweest en wilde niets meer met de kerk te maken hebben. Mijn moeder en mijn broers waren niet in de kerk geïnteresseerd. Waar wij woonden was het wel gebruikelijk om lid te zijn van de Evangelische (Lutherse) Kerk, of iemand nu wel of niet werkelijk geloofde. Het was wel de gewoonte dat iedereen gedoopt werd en belijdenis deed. Ik ging naar de kerkelijke jeugdgroep en daar leerde ik het een en ander, maar ook leerde ik een en ander van een gelovige vriendin. Ik had veel vragen en vooral één ding begreep ik niet goed, in de Bijbel is te lezen dat God vaak tegen niet-gelovige mensen spreekt. Mijn vraag was, wat heeft dat voor zin, ongelovige mensen lezen toch helemaal de Bijbel niet? Waarom zou God zich dan tot ongelovigen richten?
Net als mijn broers ben ik gedoopt en heb ik belijdenis gedaan, dat hoorde bij het lid zijn van de kerk. Op de vraag of ik geloofde zei ik ja, terwijl ik eigenlijk niet geloofde. Het had voor mij geen enkele betekenis. Toch was ik wat teleurgesteld toen er na de belijdenis niet over het geloof gesproken werd. Later heb ik de kerk verlaten omdat ik er niet in geloofde.
Geloof
Vervolgens heb ik geleefd zonder geloof, ik was veel in het buitenland en ben vaak verhuisd. Omdat ik een verzekering wilde afsluiten kwam ik in contact met een verzekeringsman en we raakten in gesprek. Elke keer wanneer ik zei, in godsnaam, vroeg hij mij, waarom zeg je dat, waarom spreek je over God? Hij verklaarde mij verschillende geloofszaken en daar was ik sterk van onder de indruk. Op die manier had ik nog nooit uitleg over het geloof gekregen. Al snel bleek deze man leider te zijn van een grote Keulse Lorber gespreksgroep. Het contact met hem bleef, ook nadat de verzekering was afgesloten. Van hem kreeg ik verschillende boeken, boeken van Meester Eckhart, van Jakob Boehme en hij vertelde mij over Jakob Lorber.
Ik was toen nog heel sceptisch en kritisch en dacht dat ik voorzichtig moest zijn voordat ik ergens bij betrokken zou raken wat ik niet zou kunnen overzien. Hij bracht me het derde deel van het Groot Johannes Evangelie en dat ben ik gaan lezen. Steeds voelde ik of het waarheid was, of het werkelijk van God kwam, en ik kon er niets van ontkennen, ik vond alles in orde en waar! Van deze man leerde ik te bidden en een band op te bouwen met Jezus. Dat was rond 1980 en ik werd lid van de Lorbergroep. We waren met ongeveer twintig mensen en hij moedigde iedereen aan ook een gebed te doen. Verschillenden vonden dat niet fijn, omdat het min of meer gedwongen was.
Zo ging het bij mij verder, ik heb de boeken gelezen en zo veranderde mijn levensinstelling. De vraag wat er na de dood zou zijn, was voor mij heel belangrijk. Ook vragen over de drie-eenheid in ons, lichaam, ziel en geest. Door de boeken van Jakob Lorber kon ik alles gaan begrijpen. Daardoor veranderde ook mijn vriendenkring. Ik had steeds meer contact met Lorber lezers. Ook leerde ik de Lorbergroepen in Karlsruhe, Aken en Mannheim kennen en dat was voor mij heel belangrijk. Jaarlijks ging ik naar de bijeenkomsten in Bietigheim, waar ik meerdere vriendschappen gesloten heb. Ik heb hen ook bezocht en dat was voor mij een verrijking. Ik kon werkelijk geloven, en bidden, en besloot weer lid te worden van de kerk.
Ik vroeg om een gesprek met de dominee en we hadden een heel fijne dominee. Hij preekte heel goed en hij kwam mij bezoeken. De ochtend voor het bezoek had ik een feestelijk gevoel, alles was opgeruimd, ik was vrolijk. Hij kwam en we hadden een goed gesprek. Ik heb hem niets verteld over de Nieuwe Openbaring. Hij vroeg mij of ik administratief weer lid wilde worden, of alleen de kerkdiensten wilde bijwonen. Ik koos voor het laatste. Hij vroeg mij om mijn uittredingsbewijs en dat bleek exact op diezelfde datum geweest te zijn! Het was zeven jaar na het uittreden dat ik weer deel ging nemen aan een kerk. Ik werd op die dag opgehaald door vrienden en het was zo feestelijk voor mij. We zaten aan de zijkant als een huwelijkspaar en zo voelde dat ook. Ik moest natuurlijk naar voren komen en hij stelde mij de gebruikelijke vragen en ik kon alles van ganser harte met ja beantwoorden en het was goed.
Mijn toenmalige vrienden hebben het gemerkt dat ik op Zijn pad kwam, omdat ik aan veel dingen niet meer meedeed. Vroeger in Keulen deed ik volop mee met bijvoorbeeld carnaval. Dat wilde ik niet meer. Mijn moeder merkte dat ook. Met haar heb ik er niet over gesproken, evenmin als met mijn broer. Als er geen vragen zijn in die richting, dan hebben we dat gevoel nodig dat we anderen er niet mee moeten lastigvallen. De Heer liet mij ook leven zoals ik deed, tot ik rijp was. De Heer zegt, voordat je leraar kunt worden, moet je het goede voorbeeld kunnen geven in je leven. Het gaat er niet om hoeveel mensen de Nieuwe Openbaring kennen en lezen, het gaat om het naar liefde leven.
Ik heb vroeger ook deels een wat vlot leven geleefd, voorzichtig gezegd. Ik was drie jaar in Zuid-Afrika en daar heb ik ook veel zonden begaan, maar ik heb vergeving ervaren. Ik had een illegale verhouding, dat was nog voordat ik tot echt geloof kwam. Ik heb om vergeving gevraagd. Toen kreeg ik een bijzondere droom. In die droom was het bovenste deel van een hart zichtbaar. Ik ging niet op de aarde, maar over de aarde, met deze partner, en aan de horizon verscheen dat hart. Het hart straalde, gaf een enorm licht en in dat hart was een kruis dat nog veel meer straalde, met kleuren die ik op aarde nooit gezien had. En van het kruis kwam een gestalte en ik wist dat het Jezus was. Hij kwam op ons toe en heeft alleen gekeken, niets gezegd. En ik wist, dat is de vergeving. Ik ben daarna met die verhouding gestopt en daarna kon ik me op Hem en Zijn Woord richten, als een heel diepe ervaring.
Wat de Lorber boeken mij gebracht hebben, mijn leven met Hem
Aan het begin van mijn geloofsweg had ik dromen, er was steeds iemand bij mij, voor mij was het een Engel. In een van die dromen gingen we over een bosweg en kwamen we bij een afgrond met een houten hek waar we overheen konden kijken. Van beneden kwam een donkere gestalte, ik wist dat het Satan was, en hij vroeg mij, wil je dat hebben, wil je reizen maken, wil je geld hebben? En alles wat hij mij voorstelde, verscheen in een wolk, als een beeld en ik zei steeds, nee, dat wil ik niet. Hij werd boos en zei, ja, wat wil je dan? Ik heb me omgedraaid en nog even omgekeken en gezegd, ik wil alleen Jezus. En toen was het voorbij. Dat soort dromen heb ik toen veel gehad. Bij al die dromen wist ik steeds, overal is Jezus bij. En ik had er helemaal geen zin meer in om te reizen! Vanuit de eeuwigheid kan ik immers alles nog veel beter zien.
Ik ben me in de loop van mijn leven met het lezen van de Lorber boeken veel bewuster geworden van mijn zwakten. Daarbij is de zelfbeschouwing heel belangrijk, we zijn uitgenodigd dat dagelijks te doen. Toen ik ermee begon, wilde ik ook de 7 kwartieren stil zijn, zoals in Lorber aanbevolen wordt. En na een poos, als ik dan uit mijn werk thuiskwam, kon ik een uur stil zijn, alles in mij was stil. Een keer voelde ik dat mijn ziel steeds verder van de aarde wegtrok en toen ik dat voelde heb ik mij teruggehaald. Een andere keer voelde ik dat Jezus op mij toekwam en mij in zijn armen nam. Dat was zo’n gelukzalig moment.
Nu is het voor mij al moeilijk een kwartier stil te zijn. Het kan dus, als je je best ervoor doet en je niet teveel af laat leiden door wat je nog te doen hebt. Je af te vragen, hoe zit het met mijn liefde voor de Vader. Het is gemakkelijk gezegd, maar daar moet je ook kritisch naar kijken. Of je alles uit liefde voor Hem doet. Er is dat korte verhaal van een 80-jarige diacones die naar een evangelie-bijeenkomst ging. ’s Avonds ging ze naar de zielzorger en zei hem: Vandaag ben ik me bewust geworden: ik heb mijn hele leven voor anderen geleefd, ik was diacones, heb zieken verpleegd, etc., etc., maar ik heb geen persoonlijke band met Jezus. Dat was een bittere constatering. En ’s nachts is ze in gebed en onder tranen in zich gegaan. En de volgende dag ging ze weer naar de zielzorger en zei: Ik heb vannacht mijn hart aan Jezus gegeven, ik heb mij aan Jezus overgegeven. Dat verhaal heb ik altijd onthouden.
Er zijn mensen die veel doen voor anderen, er zijn voor anderen, maar hun hart aan Jezus geven, dat niet. Je kunt Zijn geboden houden. Maar waarom doe je het: doe je het uit liefde, uit plicht, om de hemel te verdienen. Het gaat Hem om je hart. Ook hier in de leefgemeenschap, doen we het werk voor anderen uit liefde, omdat het goed is gedaan te worden, uit plichtsgevoel? Ik ben daar altijd heel kritisch over. Waarom duw ik iemand in de rolstoel naar buiten, doe ik het omdat het mooi weer is, ik ook graag naar buiten wil, omdat het iets goeds is, of doe ik het uit liefde? Hem zien in de ander, Hij vraagt ook: wat heb je voor Mij gedaan? Daarvoor is zelfbeschouwing nodig. Wie zich door Jezus laat overwinnen, wordt een overwinnaar. Door mijn zwakten te overwinnen, word ik ook een overwinnaar. Zonder Hem lukt dat niet, maar met Hem en onze wil lukt ons dat.
Ja, het gaat niet alleen om het enthousiaste lezen, maar om het doen, om zelfbeschouwing wat ik ’s avonds doe. Dan bedenk ik wat ik die dag gedaan heb, gezegd en gedacht en ook wat er niet goed was. Ik kan dan danken, ook voor wat me niet aangenaam was. Er te zijn voor anderen, waar ik eerder het grootste deel van mijn leven alleen geleefd heb. Anderen te helpen gaat hier heel goed, omdat we hier een verpleeghuis hebben en ik bijvoorbeeld mensen in de rolstoel kan helpen, met mensen praten, daarvoor heb ik ook zelfoverwinning nodig. En om zelf in de stilte te komen, ik heb wel duizend dingen in mijn hoofd die ik zou kunnen doen, ik verveel me nooit.
Christelijke leefgemeenschap in See
In 1991 hoorde ik van vrienden over het bestaan van de christengemeente in See, zij waren daar geweest en ik dacht, daar wil ik ook eens naartoe. Ik ben erheen gegaan en ben er drie dagen gebleven, ik was van de wijze van leven en het samenzijn diep onder de indruk. Bijzonder fijn vond ik het lied: ‘Gott wird dich tragen’ (God zal je dragen). Toen ik weer naar huis reed vroeg ik me af: wil ik daar wonen? Nee, was mijn antwoord, ik hield teveel van mijn vrijheid, ik had niet het verlangen om in die gemeenschap voorgoed te wonen. Dertien jaar later leerde ik via een gemeenschappelijke vriendin Jörg kennen, waar ik later mee getrouwd ben.
Jörg had een speciale school opgericht in Zwitserland, in 1993 heeft hij die verlaten en is met zijn gezin verhuisd naar die gemeenschap in See. In 2001 is zijn vrouw overleden en in 2004 leerde ik Jörg kennen. Een jaar later zijn we hier getrouwd. Zo kwam ik toch te wonen in de leefgemeenschap in See. Toen ik daar kwam wonen, heb ik de gemeenschap wel gezegd dat ik er niet wegens de gemeenschap kwam wonen, maar vanwege mijn liefde voor Jörg. Later werd mij duidelijk dat de Vader mij hier wilde hebben, en ik woon nu in volle tevredenheid in die leefgemeenschap, verzorgd door de hemelse Vader. Wat ik jammer vind is dat mensen hier, omdat ze het druk hebben, vaak geen tijd hebben voor gesprekken.
Toen ik verhuisde naar See ben ik uit de kerk getreden, we hebben hier katholieken en protestanten en dat is onze kerk. De inhoud van de Lorber boeken is voldoende voor tot mijn levenseinde en ook daarna nog. Dat is zoveel, maar het wezenlijke, de navolging van Jezus op te pakken en te zeggen: Heer, u ziet hoe zwak ik ben en hoe vaak ik tekortschiet. Maar ik heb de goede wil, en ik wil deze weg gaan. Zoals het lied zegt, in zwakke mensen is God machtig, dat prachtige lied over de deemoed. En daarop vertrouw ik, Hij ziet mij, Hij kent mij. En wat belangrijk is, ik mag me als Zijn geliefde kind voelen en dat doe ik ook. Hij is mijn lieve Vader en houdt van mij met al mijn zwakten en tekortkomingen. Dat geeft ook rust en vrede.
Als iemand bij ons in het verpleeghuis wil, dan wordt benadrukt dat dit een christelijk huis is. Men hoeft niet zelf gelovig te zijn, maar moet het respecteren. Voor de maaltijden wordt gebeden en ’s ochtends wordt uit de Hernhutter Dagelijkse Bijbelverzen voor die dag gelezen en ook gebeden voor die dag. Ons kinderdagverblijf is christelijk, daar wordt ook gebeden voor de maaltijd. De kinderen willen dat dan thuis ook, na het handenwassen eerst bidden en dan eten.
Ik had een hele goede band met een 94-jarige bewoonster, toen ze op sterven lag heb ik haar ook kunnen begeleiden. De eerste periode heb ik nog mondharmonica voor ze gespeeld. Haar man had dat ook gespeeld en ook accordeon. Ons muziekuurtje (met accordeon Duitse volksliedjes zingen) had ze ook altijd heel fijn gevonden. Ze kon op het laatst niet meer praten en ik speelde toen ‘Grote God wij loven U’. En ze vouwde toen haar handen! Ik kon haar ook wat vertellen over wat haar te wachten stond, als haar ziel zich van het lichaam los zou maken, en ook het mooie wat er op haar stond te wachten, zodat ze zo mogelijk zonder angsten het lichaam achter zou kunnen laten.
Ook het missioneren, dat heb ik onlangs beleefd. We hebben een huisbewoner die heel gelovig is, maar ook vast in de kerkelijke leer. Zij komt ook altijd in de vieringen. In de viering werd een keer een samenvatting gelezen van ‘Drie dagen in de tempel’ door Jakob Lorber opgeschreven. Toen zij, haar man en ik terugliepen naar onze appartementen zei ik haar, als het je interesseert, ik heb dit boekje en dat zou ik je desgewenst graag uitlenen. Ze wees het direct af en zei, nee bedankt, dat wil ik niet, ik lees zelf ’s ochtends vijf verschillende boeken en ik heb mijn stille tijd. Daarna zei ik tegen de Vader, dank u wel. Een poosje daarvoor had ik gevraagd dat Hij mij een teken geven wilde of, en zo ja wanneer, de tijd rijp zou zijn. Ik had het er met ze over gehad toen ze hier kwamen wonen en had dat voorzichtig genoemd en ze zei toen, ja dat zou me interesseren. Ik zei toen, kom dan maar een keertje langs. Maar ik had het gevoel dat het niet zo moest zijn. Dat wordt geleidt door de Vader.
Ik ben heel dankbaar dat de Lorber boeken op mijn weg gekomen zijn en mij op een heel ander levensspoor gezet hebben. En sinds ik hier alleen woon, mijn man is een jaar of vier geleden overleden, moet ik zeggen, ik had altijd wat geglimlacht over oude mensen die in zichzelf praten, ik spreek niet zozeer veel met mezelf, maar veel met mijn Vader. Gedurende de dag, wat ik aan het doen ben, bedanken en bidden.
Interview met Hella Schuster door Tsjêbbe de Vries
Herfstlied
Gouden Zonnestralen
tooien zachtjes de herfst
bonte bladeren schitteren
dansen blij in de wind
rijpe vruchten
delen van harte
hun overvloed
kleurrijke kost
voor oog en gemoed
Koele luchten
sussen voldaan in slaap
oneindige liefde
dekt ons verstillend toe
verkwikt ons hart
om blij te ontwaken
in groeiend besef
ALLES is GODS LIEFDE
louter genade om niet
Bertie Gelijk
Aan gene zijde
Je zou het misschien van mij niet verwachten, maar ik kon mij geen voorstelling maken van het hiernamaals. Hoewel ik als jong kind al Zijn stem in mij had, zonder te weten van Wie die stem was, en op al mijn vragen antwoord kreeg, en ik die antwoorden meteen herkende in de Lorber boeken, die ik jaren later, in 1994, te lezen kreeg, kon ik mij niet een werkelijke voorstelling maken van het hiernamaals. Dat verontrustte mij al een tijd. En uiteindelijk besloot ik in mijn hart dit aan Jezus voor te leggen, met de vraag of Hij mij de reden daarvan wilde duidelijk maken.
We waren volop bezig om LiefdeRijk gevuld te krijgen voor de maand december en Mieke van Gijssel vroeg onze aandacht voor 3 hoofdstukken uit Het Grote Johannes Evangelie van Jakob Lorber (afgekort GJE) wat zij belangrijk vond en waaruit wellicht wat geplaatst kon worden in LiefdeRijk. Omdat het nogal lang geleden is dat ik in het GJE gelezen heb, ging ik de hoofdstukken nogmaals lezen. Ik zag meteen dat ik die tekst al eens gelezen had. Het gaat hier om het GJE deel 10, de hoofdstukken 174 met de titel: ‘Belevenissen aan gene zijde’, 175 met de titel: ‘Leiding in de wereld aan gene zijde’ en 176 met de titel: ‘De vraag naar de hel en haar geesten’. Ik las de hoofdstukken helemaal uit en vervolgens viel het allemaal op zijn plaats. Niet alleen hoe ik mij het hiernamaals het beste kan voorstellen, maar ook hoe het kwam dat ik als jong kind Zijn stem al in mij kon horen. Dat was niet omdat ik zo’n bijzonder kind was of mens ben, wat ik overigens ook nooit gedacht heb.
Van het hiernamaals kan iedereen zich een voorstelling maken door in zichzelf te kijken hoe het er in zijn hart voorstaat ten aanzien van de liefde van onze hemelse Vader, Zijn barmhartigheid en genade. Wie hier wat meer duidelijkheid over wil, die raad ik aan om deze drie hoofdstukken op te zoeken en met een open hart te lezen. Het gaf mij diepe vreugde, want nu begreep ik hoe mij het hiernamaals voor te kunnen stellen. En ik besefte gelijk met hoeveel liefde de Here Jezus mij deze uitleg gegeven heeft om te lezen en te begrijpen. Je hoeft in jezelf Hem maar te vragen en Hij zorgt ervoor dat je antwoord krijgt, rechtstreeks van Hem of via via. En nu juist dat besef bracht mij ertoe te begrijpen waardoor ik als jong kind Zijn stem al in mij mocht horen.
Door mijn ouders werd ik elke zondag meegenomen naar de gereformeerde kerk, niet een strenge dogmatische kerk, maar wel een kerk waarbij de letterlijke betekenis van Gods Woord een uitgangspunt was voor de preken. Daarnaast ging ik naar een christelijke school en naar een christelijke jeugdclub. Het geloof in God werd mij, zou je kunnen zeggen, met de paplepel ingegoten. Maar ik had vragen. Zolang ik mij kan herinneren had ik vragen, over de Bijbel, wat erover verteld werd, hoe er wel of niet naar geleefd werd, want er was volgens mij zoveel wat onbegrijpelijk was in het licht van Zijn Woord, en die vragen stelde ik in mijn hart. En daar was het dat een stem mij antwoordde. Het waren allemaal geestelijke vragen, en ik kreeg er, weet ik nu, geestelijke antwoorden op, die ik later precies zo teruglas in de Lorber boeken. Het was dan ook een enorme openbaring voor mij toen ik het eerste deel van het GJE las, en een enorme herkenning.
Met het begrijpen ervan, hoe een voorstelling van het hiernamaals te kunnen maken, begrijp ik nu ook hoe het kon dat ik Zijn stem al zo jong in mij had. Ik stelde van jongs af aan al in mijn hart geestelijke vragen en zo kreeg ik ook in mijn hart geestelijke antwoorden, en wel zodanig, dat ik er de waarheid van inzag en er tevreden mee was. Nu is Hij in Jezus Christus nog altijd in mijn hart, maar Zijn stem is een besef geworden, een direct begrijpen in Zijn liefde. En dat, lieve mensen, is er voor iedereen die geestelijke levensvragen heeft, stel ze Hem in je hart en Hij zal je zeker antwoord geven. Soms rechtstreeks, soms via via, soms meteen, en soms duurt het wat langer, maar antwoord krijg je!
Ingrid Franssen
De teksten uit het GJE deel 10, de hoofdstukken 174 met de titel: ‘Belevenissen aan gene zijde’, 175 met de titel: ‘Leiding in de wereld aan gene zijde’ en 176 met de titel: ‘De vraag naar de hel en haar geesten’, zijn te lezen via de blauwe knop onder de Inleiding
Geen toeval
Toeval bestaat niet, maar dit ‘wondertje’ ‘viel mij toe’.
Een tijdje geleden had ik voor een vriendin een boek gekocht via een particulier verkoopster en we hadden afgesproken dat ik het boek zou komen halen wanneer ik dat kon combineren met een andere afspraak bij haar in de buurt, want dat zou gunstiger zijn dan wanneer ik er een extra autorit van 60 km ervoor zou maken. Die afspraak was gisteren. We hadden afgesproken om 9.00 uur bij haar thuis omdat zij daarna meteen weg moest naar haar werk, en dan kon ik ook nog ruimschoots op tijd aankomen op de plek waar om 9.30 uur een vergadering zou beginnen die ik zou bijwonen.
Toeval wil, dat ik het adres van de verkoopster van het boek niet meer precies wist. Onze afspraak was al een tijd geleden gemaakt en omdat ik inmiddels een andere telefoon had gekregen, stond haar adres niet meer opgeslagen op de gebruikelijke plek. Op goed geluk ben ik gaan rijden naar de wijk waar ze woonde, maar verdwaalde in de wirwar van straten met huizen die allemaal op elkaar leken. Ineens ging ik de plattegrond van die woonwijk beter bekijken op de telefoon en kreeg ik een ingeving welke straat het moest zijn en ongeveer welk huisnummer. En wat bleek: het was vlak om de hoek van waar ik op dat moment met de auto stond én het was vlakbij de locatie van mijn andere afspraak!
Dat was nog niet alles. Door mijn langdurig zoeken was het inmiddels kwart over negen dat ik bij de boekenverkoopster aankwam. Zij zag mij door het keukenraam aankomen en kwam meteen naar de voordeur. Ik verontschuldigde mij dat ik te laat was voor onze afspraak, maar zij antwoordde: wat een geluk dat je nú pas hier bent, want mijn vorige afspraak liep uit en ik ben net terug, dus anders hadden we elkaar gemist!
Nu waren we allebei heel blij, zij kon meteen naar haar werk en ik was nog net op tijd voor de vergadering…
Bertie Gelijk
De berg Tabor
De berg Tabor stelt de hoogste en tevens diepste kennis van God in de geest en in waarheid voor. Op deze berg van de allerhoogste kennis leid Ik alleen Mijn lievelingen! Petrus, Jacobus en Johannes waren dat in volkomen mate, tegelijk stellen deze drie ook ieder mens voor hoe hij zou moeten zijn in de ware hemelse ordening.
Petrus is de uiterlijke mens die zijn wezen door allerlei beproevingen helemaal naar binnen richt. – Jacobus stelt de ziel van de mens voor, die zuiver is en zich in alles naar de Heer richt, maar toch met zijn uiterlijke mens veel beproevingen moet doorstaan om de uiterlijke mens helemaal voor zich te winnen en zich met hem in de geest verenigd voor eeuwig onsterfelijk te maken. – Johannes ten slotte stelt de geest van de mens voor die volkomen één is met Mij, dus Mijn liefde, over welke leerling Ik Zelf tegen Petrus, die wat ergerlijk werd omdat hij (Johannes) Mij dadelijk volgde, zei: Wat gaat het jou aan als Ik zeg: hij leve!? – wat zoveel betekent als: Alleen de geest leeft en wie zich niet door zijn geest laat achtervolgen, vastgrijpen en doordringen, die zal geen leven hebben; want alleen de geest is het van wie Ik zeg dat hij eeuwig zal leven!
Uit dit alles blijkt dat, zoals Ik de drie de berg op leidde, Ik in overeenstemming ieder mens die in zijn drievoudig wezen Mijn voorgeschreven orde in acht neemt, op de berg van de ware en levende kennis van God kan leiden, waar hij dan ook in het gevoel van zijn hele wezen zal uitroepen: Heer! Hier is het goed om te zijn, laat mij hier een eeuwige woning maken, bestaande uit de drie hutten van de liefde, de wijsheid en de macht uit beide!
Maar met deze kennis is het nog niet blijvend zolang de drie hutten en Ik, Mozes en Elia nog niet volkomen één zijn in de mens, of zolang de liefde, de wijsheid en de macht niet in zich als in één hut en niet in drie hutten opgenomen worden. Daarom klinkt ook weldra uit een wolk die een beeld is van de allerhoogste hemelse kennis: “Deze alleen is Mijn geliefde Zoon, naar Hem alleen moeten jullie luisteren!” – wat zoveel betekent als: Deze alleen is de enige God; niet in drie maar in Hem alleen moeten jullie wonen, als je het eeuwige leven wilt hebben! –
Daarop of pas na deze machtige ingreep van de kracht van God ontwaken de drie en zien nu in volle helderheid Mozes noch Elia en horen ook geen andere stemmen meer dan alleen Mij en Mijn woord! – Maar dit woord verbiedt hen van deze kennis iets aan de wereld te melden voordat alles voleindigd is, dat wil in engere zin zeggen: voordat Ik in het hart van ieder mens na veel toetsingen en beproevingen van zijn ziel in alle macht en kracht van de liefde en de wijsheid ben opgestaan. – En in bredere zin: Voordat de wereld in de mens is gekruisigd en gedood en de geest in de mens is opgestaan, en daardoor uit de mens een nieuw schepsel ontstaat in de ordening zoals die is aangegeven door Petrus, Jacobus en Johannes, kan hij niet op de berg van de diepe en hoogste kennis van God en van het eeuwige leven geleid worden.
Dat is de heilige betekenis van Mijn tot nu toe steeds als hoogst mysterieus beschouwde verheerlijking op de berg Tabor.
Uit: ‘Hemelse Geschenken’, deel 3, blz. 204
Aangereikt door Hans de Heij
Vergeven
In mijn leven zijn er door de jaren heen wel een aantal mensen geweest waar ik voor mijn gevoel een goede vriendschap mee had, maar die ik door een voorval niet meer kan zien als een vriend. Dat vind ik jammer, maar dat verandert niets eraan dat ik geen behoefte meer heb om met die mens in contact te zijn. Ik ging erover nadenken, hoe komt het dat ik geen gevoel van vriendschap voor hen meer heb, hebben zij mij iets misdaan? Eigenlijk niet iets wat ik niet heb kunnen vergeven. Heb ik hen iets misdaan misschien, dan hoop ik dat zij mij hebben vergeven, want dat is zeker niet mijn bedoeling geweest. Evengoed, de klik die er was, is weg.
Waardoor weet ik niet, maar dat wij in de hemelse Vader in Zijn liefde toch altijd hoe dan ook verbonden blijven, dat weet ik zeker en op Zijn tijd zal in Zijn liefde wel duidelijk worden waardoor die klik er nu niet meer is.
Ingrid Franssen
De maaltijd
Een zacht geklop
een zachte stem
Fluisterende woorden:
‘k wil met je eten,
met je delen, jouw pijn
zodat jij mag vergeten
en bij Mij veilig zal zijn
Ik open de deur
sta oog in oog
met een verblindend licht
Aarzelend zeg ik:
‘Ik ken u niet’.
In angst en ontkenning
doe ik de deur weer dicht
Opnieuw geklop
iets duidelijker nu
Wie is toch die vreemdeling
die met mij wil eten,
mij wil doen vergeten
die jaren van pijn
die ik diep had verstopt?
Dan klinken de woorden:
‘Kom bij mij,
Open de deur!
Zie de wond in Mijn zij,
waardoor ik jouw pijn
wil verzachten en helen
verwond door zovelen’.
Opeens de herkenning
van Jezus Mijn redder
Ik open de deur en nodig
Hem uit in mijn huis
Hij beziet alle kamers
Niets blijft verborgen
De kelder incluis
Zijn handen omvatten mij,
met liefde vervuld
Ik kniel voor Hem neer
Belijd Hem bij name,
berouwvol mijn schuld
Zijn vergeving is groots
Daarna eten we samen
Uit gedichtenbundel ‘Compost’
Ineke Karman
Het verstand van ons gevoel
Wij mensen hebben de vrijheid van onze Schepper gekregen. En vanuit de gedachte aan die vrijheid zei ik eens in mijzelf tegen God, ik kan toch in alle vrijheid zelf bepalen wanneer ik ga zitten of ga staan of ga lopen. Niemand anders bepaalt dat toch? Ja, zei God, dat klopt. Maar de kracht om te gaan zitten, te gaan staan, of te gaan lopen, die krijg je van Mij, en zonder die kracht kun jij niets!
Dit stukje tekst komt uit de eerste lezing die ik in 2001 gegeven heb, de titel daarvan is: ‘Alzo lief heeft God de wereld gehad…’ Daaruit ook nog het volgende stukje tekst:
Wij hebben het vermogen gekregen om te denken. Er zijn twee soorten van denken. Het verstandsdenken en het gevoelsdenken. De meeste mensen houden zich alleen met het verstandsdenken bezig, met het intellect. Toch is het gevoelsdenken veel belangrijker. Jammer genoeg geloven de meeste mensen dat niet en zij begrijpen ook niet wat er met gevoelsdenken bedoeld wordt. Met het verstandsdenken, met het intellect, kunnen we echter God en Zijn zuivere liefde nooit ook maar bij benadering begrijpen of bevatten. Met het gevoelsdenken wel.
In een legende over de heilige Augustinus staat het volgende:
De heilige Augustinus deed alle moeite om het bestaan van God te vatten. Terwijl hij langs de zee over het strand ijsbeerde, zag hij een kind met een emmertje water uit de zee scheppen. Augustinus zei tegen het kind: „Het zal je niet lukken de zee leeg te scheppen“. Het kind antwoordde Augustinus: „Eerder dan dat jij met je verstandsdenken God zult begrijpen“. En het kind verdween.
Met het verstandsdenken sluiten we de deur van ons hart voor God. Net als met irritatie, boosheid, wraak, verbittering, enz. En alleen door God, door Jezus Christus, kunnen wij tot een levend besef van ons bestaan komen. Want alleen Hij weet en ziet alles. We kunnen met het verstand met geen mogelijkheid tot een werkelijk Godsbesef komen.
In het boek ‘Robert Blum’ staat in hoofdstuk 35 daarover het volgende:
Ik zeg: ‘Vriend, zolang de mens slechts vanuit zijn verstand definities formuleert, kan hij over geloof en over gebed ook geen andere mening hebben dan jij Me heel onomwonden te kennen hebt gegeven. Want het verstandelijk denken biedt de mens geen andere weg dan die van het stoffelijke zien en de zintuiglijke waarneming. Een geestelijk, levendig geloof kan echter in een zinnelijk gemoed even weinig wortel schieten als een tarwekorrel op een granietrots. Hij heeft daar wel een stevige ondergrond, maar omdat de harde rots geen vocht bevat dat de tarwekorrel oplost en de kiem vrijmaakt, blijft de korrel op de harde rots een tijdlang wat hij is. Mettertijd sterft hij echter helemaal af, omdat hij geen voedsel heeft. Wat baat je al je kennis en je verstandelijke gehoorzaamheid die jij geloof noemt, wanneer je geest er geen deel aan heeft?
Kijk, ieder mens heeft een tweevoudig kenvermogen: een uiterlijk, dat is het hoofd- of eigenlijke uiterlijke zieleverstand. Met dit kenvermogen is het goddelijke wezen nooit te vatten en te begrijpen, omdat het alleen aan de ziel werd gegeven om de geest in haar voorlopig van de godheid te scheiden en de godheid een tijdlang voor de geest verborgen te houden. Wil een ziel nu met dit uitsluitend negatieve vermogen God zoeken en vinden, dan verwijdert ze zich steeds meer van haar doel naarmate ze dit hardnekkiger langs deze weg blijft najagen.
Maar de ziel heeft nog een ander kenvermogen, dat niet in haar hoofd maar in haar hart zetelt. Dit vermogen heet innerlijk gemoed en bestaat uit een geheel eigen wil, uit de liefde en uit een met deze beide gemoedselementen overeenstemmende voorstellingskracht.
Een klein stukje verder staat:
En zie, dit schouwen van de ziel in haar hart is dan een nieuwe manier van denken. De ziel komt dan tot nieuwe begrippen en tot grote en duidelijke denkbeelden. Haar gezichtsveld breidt zich bij iedere polsslag uit. De stenen des aanstoots verdwijnen naarmate het verstand in het hoofd verstomt. Dan wordt er niet meer naar bewijzen gevraagd. Want het licht van de geest verlicht de innerlijke vormen zó, dat ze naar geen enkele kant schaduw werpen. Daardoor wordt ook alles wat ook maar zweemt naar twijfel, voor eeuwig uitgebannen.
Behalve dit verschil in verstandsdenken en gevoelsdenken is mij nog iets anders duidelijk geworden. We hebben ook een dubbele wilsvorming. We hebben een verstandswil en een gevoelswil. Zo heb ik dit van God mogen begrijpen:
Af en toe gebeurt het dat ik ‘s avonds, eigenlijk zonder aanleiding, wat angst ergens voor voel. Ik weet dat ik geen angst hoef te hebben want God zorgt altijd voor ons. Maar toch bekruipt mij zo nu en dan angst. Met de wetenschap dat deze angst niet nodig is probeer ik de angst te verdrijven. Maar het lukt me niet. Dan vraag ik de Vader om hulp, en mijn angst wordt weggenomen. Daarop vraag ik aan de Vader, hoe kan dat nou dat ik angst had, terwijl ik dat niet wilde? Geen angst willen hebben komt toch overeen met Uw wil? De Vader antwoordde mij: Ja, een deel van je wil kwam met Mijn wil overeen, maar niet het juiste deel. Hij legde mij dit als volgt uit:
Net als met het denken, is er ook een verstandswillen en een gevoelswillen. Met je verstand heb je Mijn Woord als waarheid aangenomen, maar je gevoel heeft deze waarheid niet aangenomen. En net als met het denken is het ook met het willen. Mijn kracht is niet met het verstand verbonden, maar met het gevoel. Alleen dan, als het met Mijn Wil overeenstemt. Zolang je gevoel uit jezelf voortkomt, uit eigen wens of misvatting, kan Ik het niet met Mijn kracht zegenen. Maar zodra je je gevoel met Mijn Wil overeenstemt, je eigen wens of misvattingen loslaat, ervaar je ook werkelijk onmiddellijk Mijn kracht.
Nog steeds hebben wij situaties nodig die ons het verschil in verstandsdenken of verstandswillen en gevoelsdenken of gevoelswillen duidelijk maken. Jammer genoeg is het verstandsdenken nog het meest in gebruik bij ons en jammer genoeg horen we dan vaak Zijn zachte stem in ons niet. Vaak ook redeneren we Zijn stem weg, met wat anderen zeggen of misschien zullen denken. Maar ook met eigen ideeën, eigen opvattingen.
Dan kunnen er situaties ontstaan waardoor je het gewoon niet meer weet. Waardoor je niet meer voor- of achteruit kunt. En Hem kun je ook al niet meer in jezelf vinden. Je had Hem immers weggeredeneerd.
In zo’n situatie sta je zomaar in de woestijn. Je weet niet hoe je eruit komt. En de zon brandt ongenadig. Zo in de woestijn staand, vroeg ik in mij aan God, hoe zit dat nou, hoe kom ik uit die woestijn? Ik vraag het U, want het lijkt of er geen einde aan komt en de zon brandt onbarmhartig en je raakt er bij wijze van spreken bewusteloos van. Ja, dat kan, zei God. En ik vroeg, wat heeft het dan voor zin om daar te zijn? En ik kreeg daar geen antwoord op. Toen dacht ik, nou ja, het enige wat ik dan nu nog kan doen is het te aanvaarden dat ik in die woestijn loop en dat het is zoals het is. En ik aanvaardde het en accepteerde dat het zo was. En wat gebeurde? Prompt liep ik niet meer in de woestijn maar in een normaal gewoon landschap!
Waar zit nu de verandering in? Die verandering zit in mijzelf. Mijn onvrede, mijn onrust en angst veranderden in mij in aanvaarden, tevreden zijn en vertrouwen. Ik begon alles te zien als liefde voor mij van God, onze Vader. En zoals een innerlijke overtuiging verandert, zo verandert zich dan ook, navenant, de uiterlijke situatie.
Ingrid Franssen
IK DRAAG JE IN MIJN HART
HIJ ZEGT: “Ik draag je in Mijn hart…
Kinderen, ze groeien op in een wereld vol met geld…
leugens en geweld
ze verlangen ‘groot’ te zijn in een levenloze schijn
Ik draag ze in Mijn hart…
o, Mijn liefde is zo groot
voor Mijn kinderen in nood
die door hels kabaal
Mijn zachte stem niet horen
voor Mij zijn ze nooit verloren
Ik draag ze in Mijn hart
De mensen jagen razendsnel onder stress en zware druk…
op zoek naar geluk
de eigen-liefde staat vooraan… mijlenver bij Mij vandaan
Ik draag ze in Mijn hart…
ja, Mijn liefde is zo groot
voor de mensen die in nood
door uiterlijk geraas
Mijn zachte stem niet horen
voor Mij zijn ze nooit verloren
Ik draag ze in Mijn hart
Jij, die een leven leidt van angst en stil verdriet…
ware liefde ken je niet
en je vindt maar geen gehoor op de vraag ‘waar leef ik voor’
Ik draag je in Mijn hart
ook al is het alsof Ik zwijg…
voor jou lijkt het stil
want jij verstaat Mijn taal nog niet
en dat is het verschil
maar weet dat Ik jou beter ken dan jij jezelf
Ik zie de keuzes die jij maakt
en vol verlangen kijk Ik uit naar het moment
dat er een vonk van Mijn liefde jou raakt
Ik draag je in Mijn hart… ja, eeuwig in Mijn hart…!”
Willeke Hesseling (van de CD Grenzeloos 3)
Overdenking
Je kunt er niet omheen, het komt gewoon je huis binnen. Is het niet via de radio, de televisie, de krant, dan wel door wat er verteld wordt in de wandelgangen. Er is oorlog en ellende op veel plaatsen op aarde. En mensen lijden daardoor. Maar het zien en lezen van al die ellende maakt het niet beter. Het geeft mij soms een schuldig gevoel, als ik een lekkere maaltijd nuttig, of het gezellig warm heb, plezier heb met vrienden of familie, en dan dank ik in mij onze Schepper, maar vraag Hem ook steeds weer om dat aan alle mensen te geven. Want ik voel mij er niet toe in staat, om iets te doen aan wat aan de andere kant van de wereld gebeurt. Zelfs niet aan wat er hier in mijn omgeving misschien mis is.
En dan besef ik, het is niet zo dat iedereen persoonlijk verantwoordelijk is voor alles wat er wel of niet goed gaat op aarde, het is bedoeld dat we het allemaal samen, met elkaar, goedmaken. Het is bedoeld dat we allemaal ervoor kiezen naar waarheid en liefde te leven en dan samen het verschil te maken. In de wetenschap dat onze Schepper in Jezus Christus in ieder van ons in ons hart aanwezig is en dat wij door Hem geleid worden, als wij in ons hart naar Hem luisteren.
Want ik kan niet in mijn eentje de mensen samenbrengen, maar onze Schepper wel, en daarin standvastig blijven geloven, dat is voor mij geloven in Zijn wederkomst op aarde, in ware liefde voor alle mensen tezamen!
Ingrid Franssen
Heerlijk klonk het lied der engelen
1
Heerlijk klonk het lied der Eng’len,
in het veld van Ephrata:
ere zij God in de hoge,
looft de Heer, Halleluja!
KOOR
Vrede zal op aarde dagen,
God heeft in de mens behagen;
zalig, die naar vrede vragen,
Jezus geeft die, hoort Zijn stem.
2
Jezus kwam op aarde neder
als een kindje klein en teer;
maar, hoe arm Hij toen mocht wezen,
Hij was aller Hoofd en Heer.
KOOR
3
In een kribbe lag Hij neder,
weldra werd een kruis Zijn troon;
ja, om zondaars te verlossen,
droeg Hij spot en smaad en hoon.
KOOR
4
Leer ons bij Uw kribbe buigen,
leer ons knielen bij Uw kruis,
leer ons in Uw naam geloven,
neem ons eens in ’t Vaderhuis.
KOOR
Een kerstlied op tekst van J. Hesta op een melodie van J.C. de Puy (1835-1915)
Aangereikt door Bertie Gelijk
Hemels Brood 8190
Lieve hemelse Vader, hoe kunnen wij op aarde, waar wij hoe dan ook deel zijn van alles wat wel of niet naar Uw Wil is, tot volmaaktheid groeien, want hetgeen niet naar Uw Wil is, is met ons doen en laten vergroeid, er is zoveel niet zuiver en wij gebruiken het omdat het niet anders is.
Beste goedwillende mensen, het is nederigheid om dat in Mijn Hand te laten. Het is nederigheid om te beseffen dat je niet in alle opzichten, en vooral niet in materieel opzicht, kunt voorkomen dat de wateren vervuild zijn geraakt, dat de mens met de zuiverheid van voedsel geknoeid heeft, dat vervoersmiddelen het milieu vervuilen, terwijl je er toch op één of andere wijze gebruik van maakt, eten nodig hebt, en er is nog veel meer wat niet naar Mijn Wil is en waar geen andere keus voor is. En al zou je het anders willen, er is geen mogelijkheid om alles wat niet naar Mijn Wil is te omzeilen.
Dat laat eens te meer zien dat de mens het vermogen niet heeft wat Ik heb, dat jullie niet kunnen wat Ik kan, en Ik laat dingen gebeuren voor de mens, maar altijd zodanig dat het Mijn doel, werkelijk leven voor alle mensen, niet verstoort, juist ten goede keert. Voor jullie is het van belang dat je zoveel je kunt naar Mijn liefde leeft, handelt, en voor waarheid en liefde kiest. Je hoeft niet te vechten tegen alles wat niet naar Mijn Wil is, wees zoveel je kunt Mijn liefde en kom daarvoor zo vaak mogelijk bij Mij in je hart, en steun elkaar in liefde, want je meer aan Mij, Mijn waarheid en Mijn liefde en haar wijsheid overgeven, in het volle vertrouwen dat het goedkomt, is voor Mij genoeg.
Wring jezelf niet in allerlei bochten omdat geschreven staat dat dit niet goed is of dat, want inmiddels is heel veel niet goed meer en Ik weet dat. Voor Mij is het belangrijk hoe het er in je hart uitziet, welke keuzen je maakt vanuit je hart, vanuit de liefde die Ik daar ben of vanuit het eigen willen. Voor Mij is belangrijk wat je geestelijk begrijpt van Mijn liefde. Alles wat op aarde niet goed en naar Mijn Wil van liefde is, de vervuiling, de manipulatie, enzovoorts, is alleen een materiële weergave van de geestelijke afdwalingen van mensen. Voor jullie die Mij willen volgen in waarheid en liefde, in geestelijke zuiverheid, is het daarom niet van werkelijk belang. In ware nederigheid beseffen dat Ik alles draag en voor alles zorg, dat is voor jullie van belang, laat al het anderen aan Mij, in Mijn liefde.
Kleine Wondertjes
Loslaten
Heer, dank U wel dat ik alles mag loslaten
wat niet in mijn lichaam hoort
en dat U mij helpt dat ik ook mag loslaten
wat niet in UW LICHAAM HOORT.
Gerda van Eijk
Beste zintuig
We deden een spelletje met de kinderen en kleinkinderen, dat heet ‘Kletspot’.
In die tijd was ik nog doof en had ik een gehoorapparaat nodig om te horen.
In dat spelletje worden allerlei vragen gesteld en ik kreeg de vraag,
wat is jouw beste zintuig? Spontaan zei ik, dat zijn mijn oren!
Meteen werd er heel hard gelachen, omdat ik een gehoorapparaat nodig had
om te kunnen horen. Ik keek hen aan en het was even stil, toen zei mijn dochter,
oh, ik geloof dat mijn moeder bedoelt, dat zij de Stem van Jezus heel goed kan horen.
Gerda van Eijk
De kerstboom
Lieve mensen,
Een paar dagen geleden wilde ik de kerstboom versieren. Deze stond al klaar in de kamer in een bak met water om bij te komen.
Ik ben eraan begonnen. Toen bleek dat ik helemaal geen kracht had (ik heb problemen met mijn darmen en kan niet goed eten). Mijn spieren trilden helemaal van vermoeidheid. Ik kreeg ook nare gedachten en angst dat er misschien iets ergers met mij aan de hand was.
Ik heb mijn angst in de handen van God gelegd en gevraagd of Hij mij Zijn helpende engelen wilde sturen en ging door met versieren. Ik werkte automatisch, zonder op te letten wat ik deed. Mijn handen met de kerstballen gingen ‘vanzelf’ naar bepaalde plekken in de boom. Opeens kreeg ik een seintje dat het klaar was. Ik wilde zelf eigenlijk nog doorgaan, ik was van plan om nog een paar versieringen aan te brengen, het moest van mijn verstand, maar ik heb toch geluisterd en ben gestopt. Wat bleek; toen ik de lichtjes in de boom aandeed was de kerstboom tot mijn verbazing mooi en evenwichtig aangekleed. Echt klaar!
Ik ben ervan overtuigd dat God en Zijn engelen mij geholpen hebben, waar ik zéér dankbaar voor ben.
Malgosia Kruit
AH
Dit is maar een eenvoudig verhaal, maar het ontroerde mij, door de goedheid die in mensen zit, wanneer je het niet direct verwacht. Ik was boodschappen gaan doen. Nu is het zo dat wanneer je bij Albert Heijn in Valkenburg boodschappen doet en je auto onder de winkel in de parkeergarage parkeert, je vanaf € 25 een half uur gratis mag parkeren. Dat loopt op met € 25, dus koop je voor € 50, dan mag je 1:00 uur gratis parkeren.
Nu had ik net geen € 25 betaald en bij de uitgang deed ik het kaartje in de automaat. Op het schermpje kwam een berichtje te staan, er stond, u moet nog € 0,10 betalen. Ik drukte op een knop en vertelde dat ik voor de uitgang stond en daar niet op gelet had. Een metalen stem zei, ja, zo is het nu eenmaal, u moet nog een dubbeltje betalen. Daarvoor moest ik de auto terug rijden naar een vrije parkeerplek, bij een automaat betalen en dan kun je weer proberen uit te rijden. Maar nu gaf de automaat aan € 0,30 betalen. Ja, dat klopte niet, maar je doet niks tegen de gevestigde orde, dus er zat niks anders op dan te betalen en dan zo snel mogelijk naar de uitgang te rijden met het nu geldige kaartje met de € 0,30 bijbetaling en uitrijden.
Ongeveer een week later ging ik weer boodschappen doen. Ik rijd dezelfde parkeergarage binnen en neem een kaartje uit de automaat, parkeer de auto en ga boodschappen doen bij Albert Heijn. Ik haast mij om binnen het halve uur klaar te zijn, maar uiteindelijk kwam ik op ruim meer dan een half uur uit en ik had bij Albert Heijn een bedrag van € 30,29 op het bonnetje staan. Nu komt het: ik dacht, ik vraag aan de meneer achter de toonbank om 1 uur gratis te rekenen i.p.v. een half uur. Maar dat voelde niet goed, dus dat deed ik niet. Ik gaf hem het bonnetje en hij drukte spontaan op de knop voor 1 uur gratis uitrijden, zonder dat ik hem daar specifiek om gevraagd heb. Dat hij dat spontaan deed vond ik ontroerend mooi, ik kreeg er bijna tranen van in mijn ogen.
Een dag later ging ik naar AH om een tegoedbon van € 12,50 te gebruiken. Een rit naar het centrum van Valkenburg duurt vanaf ons huis normaal 10 minuutjes, ik deed er drie kwartier over om bij AH te komen, want Valkenburg is Kerststad en dan is het er overvol. Ook in de parkeergarage was het enorm druk, maar ik vond een plekje en deed mijn boodschappen. Toen ik klaar was, was er net wat meer dan een halfuur om, ik had € 27 betaald, dus een half uur gratis. Tegen de mevrouw die het bonnetje aanpakte zei ik, ik heb het halve uur net niet gehaald. Daarop antwoordde zij, voor deze keer doe ik 1 uur. Twee dagen op een rij kreeg ik voordeel, er zijn echt nog goede en lieve mensen!
Jan Franssen
Een ervaring
Het is nu ruim negen jaar geleden dat ik getroffen werd door een hersenbloeding, een SAB, een subarachnoïdale bloeding. In mijn hoofd, vlak boven de schedelbasis, was een aneurysma gesprongen. Het toeval wil dat ik die ochtend in een vergadering was in Assen, in goed gezelschap van mensen die meteen onderkenden dat ik snel naar het ziekenhuis moest. Het ziekenhuis was op 3 minuten afstand en de ambulance was snel ter plaatse. In het streekziekenhuis wezen onderzoeken algauw uit wat er aan de hand was en dat ik vlug naar het UMCG gebracht moest worden voor verdere behandeling. Ik werd stabiel gehouden en er werden voorbereidingen getroffen voor de nodige operatie, die de volgende ochtend werd uitgevoerd.
Dat ik de hersenbloeding overleefd heb is een groot wonder, en ook dat ik hiervan zo goed hersteld ben mag uitzonderlijk genoemd worden, want een groot percentage van de patiënten die dit treft haalt het niet of houdt er blijvend (ernstig) letsel aan over.
Een lange periode van herstel volgde. Tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis had ik een bijzondere ervaring:
Ik wist dat God er was! En ik wist dat alles goed was! Of ik nu zou blijven leven, of zou komen te sterven, het was allemaal goed! Alles gebeurde binnen Zijn Heilsplan voor de wereld. Daar was ik onderdeel van. Het ging niet alleen om wat het beste was voor mij, maar wat het beste was voor het geheel, en daar maakte ik deel van uit. Ik was niet bang, ik voelde me heel vredig en was diep ontroerd door deze uitzonderlijke ervaring.
Die vrede, die ik voelde in het ziekenhuis, voel ik nog steeds en ontroert me nog steeds…
Blij en dankbaar, Bertie Gelijk
Geholpen
Ik denk dat wij veel vaker aanwijzingen krijgen van onze hemelse Vader zonder dat wij dat beseffen. Zelfs in kleine aangelegenheden. Een aantal jaren geleden kreeg ik een stoma en al vrij snel daarna liep ik een stoma-breuk op. Daardoor kon ik een net nieuwe winterjas niet meer dicht ritsen. Ik wilde niet meteen weer een nieuwe jas kopen, dus ik deed het ermee. Maar dit jaar werd het mij met al die regen en wind te koud en ik besloot dan toch maar een nieuwe te kopen. In de stad gekomen liep ik langs een winkel en in mij kwam het gevoel, kijk daar voor een jas. Maar ik liep andere winkels in, had een paar broeken gekocht en zonder een nieuwe jas ging ik naar huis. Een van de broeken was te klein en met Jan ging ik die een paar dagen later terugbrengen. Ik kwam daarbij weer langs die winkel en weer voelde ik, ga daar voor een jas kijken. We ruilden de broek om en ik ging in verschillende winkels kijken voor een jas, zonder er een in mijn maat en naar mijn smaak te vinden. En het was koud en winderig in mijn niet te sluiten jas, dus uiteindelijk dacht ik, toch maar eens die winkel in.
Een vriendelijke Engels sprekende jonge vrouw kwam mij helpen en legde mij uit dat er 40% korting was op alle jassen. Ik zocht een jas uit die was €145,- met korting werd het een redelijke prijs. Dan wees zij mij nog op een andere jas die ongeveer diezelfde prijs had en met korting eraf € 119,- zou kosten. Die jas paste en ik vond het model en de kleur ook goed, dus op naar de kassa. Bij de kassa zei de mevrouw, dat is dan € 72,- en ik kreeg er zelfs nog een stevige papieren draagtas gratis bij. Toen begreep ik waarom ik eigenlijk beter meteen naar die winkel was gegaan, dat gevoel wat ik had, dat was van de hemelse Vader! Hij wist, daar hangt de jas die voor jou geschikt is, de maat, de vorm, de kleur … en de prijs!
Ingrid Franssen
Mooie stukjes tekst
Elke dag
een nieuw begin
te zijn
wie en hoe
jij wilt
Elke dag
geeft de zon je
een morgengroet
soms weerhouden
door een wolk
Elke dag
gaat de tijd
een stapje vooruit
Ga je mee
of blijf je staan
aan jou de keus
Elke dag
dat jij
leven mag
Ingrid Franssen
Een pijnlijke bevalling en een ontmoeting met Jezus
Een gedeelte van het verhaal van Carli van Buren. Tijdens een zware, pijnlijke bevalling raakt ze buiten bewustzijn. De baby wordt geboren en ze voelt aan zich trekken en zuigen en wordt een donkere tunnel in gesleurd. Ze ziet wel een lichtje aan de andere kant van de tunnel, maar raakt toch in paniek. Ze overwint haar paniek en ziet in de duisternis van de tunnel een klein lichtje gloeien. Dat lichtje groeit uit en neemt een menselijke vorm aan. Ze denkt haar beschermengel te zien, maar dan verandert het beeld zich in Jezus, of tenminste hoe zij Jezus ziet.
“Mijn geloof wijkt wel af van het orthodoxe geloof, maar ik heb er nooit aan getwijfeld dat Jezus ergens in ruimte en tijd bestaat. En misschien vinden veel mensen dat vreemd, maar nu stond Jezus voor me. Zijn ogen waren warm en vriendelijk, en een overweldigend vredig gevoel doordrong mijn hele wezen. Zijn stem was zacht en teder.
Hij zei: “Het is nog niet je tijd om thuis te komen, Carli. Keer terug naar je lichaam en je baby. Onthoud dat de goddelijke liefde de drijvende kracht is van het heelal. Zonder die liefde zou de prachtige harmonie in de hemelse sfeer van de geest niet bestaan. Word je ervan bewust dat de goddelijke liefde van mij naar jouw hart, geest en ziel vloeit. Laat vanaf vandaag de harmonie van de goddelijke liefde zichtbaar worden in je gedachten, woorden en daden en doe alles wat in je vermogen ligt om geluk te brengen in de harten van alle mensen die in je leven komen.”
Carli zag Jezus zijn hand opheffen als vredesteken en groet. Net voordat hij verdween, hoorde ze nog de woorden: “Ga nu terug, mijn kind. Ga terug naar je aardse lichaam en je zult je beter, positiever en liefdevoller voelen dan je in maanden gedaan hebt.”
Carli besluit haar brief met: “Ik zal wel een tijdje echt weggeweest zijn. Ik keer echter terug met een herboren geest en grote vreugde in mijn hart. De vreselijke pijn van de bevalling werd ruimschoots beloond met mijn nieuwe ziel en de zegen van Jezus.”
Uit het boek “Een met het licht” van Brad Steiger
Jan heeft soms opmerkelijke opmerkingen. Dit is er ook zo een. De bestellingen die binnenkomen voor boekjes ‘Hemels Brood’ of ‘Alledag’, of het boek ‘God begrijpen’, worden meestal door Jan verzorgd en verstuurd. Het was na één van de vele keren dat Jan een bestelling afgerond had, dat Jan opmerkte, ze moeten eigenlijk niet zeggen ‘Klaar is Kees’ maar ‘Klaar is Jan’…
Een wereld van tranen
Een hart van goud
Alles kun je geven
Altijd met zelfbehoud
Een wereld vol vreugde
Een stralende zon
Soms met wat regen
Alsof het niet anders kon
Een mens en zijn zorgen
Een waarheid niet gekend
Tijd gaat verder
Tijd rent
Ingrid Franssen
Je bent Zijn kind als een kostbaar geschenk,
dat in Zijn Liefde nooit verloren raakt,
maar met Hem verbonden is voor eeuwig.
Kind van de Schepper.
Vanuit Zijn Liefde geboren.
Een gedachte, een wens, in Liefde ontvangen.
Zichtbaar voor Zijn ogen, zowel van buiten als van binnen.
Levend, om te ontwikkelen wat nog niet zichtbaar is,
aar als een stralende ster in je hart verborgen is.
Een kind op reis, maar toch verbonden met Zijn Liefde.
Zoekend ben je naar iets wat je verloren bent,
maar in je hart op je wacht.
Uit “Alledag” door Netty Robeerst
Vanuit je eigen vrede,
Ga je naar de ander.
Geef je hem AL je liefde
Vrede.
Vanuit de acceptatie van jouw eigen persoon,
komt er vrede in je hart.
Pas dan ben je klaar om jezelf los te laten
en de reis naar de ander te gaan.
Als het belangrijk is dat je de pijn
en de teleurstelling van de ander voelt,
kun je ook de stap maken naar ander gedrag,
kun je ook zeggen:
wat ik daar gezegd en gedaan heb,
heeft de ander pijn en verdriet gedaan,
dat moet ik niet meer doen.
Soms is het goed na te gaan
wat er bij jou achter die opmerking zat.
Of dat niet een stukje emotie was
waar je nog niet mee afgerekend had.
Doe dat dan alsnog
en je bent vrij voor het goede.
Uit “Alledag” door Netty Robeerst
Gelukkig zijn
en nu
zijn een
onverbrekelijke eenheid
Ga daar niet
aan voorbij!
Gelukkig zijn.
Je kunt een gelukkig moment niet in het verleden
of in de toekomst beleven.
Dat kan alleen nu.
Als je een gelukkig moment zo diep
en zo lang mogelijk geniet,
ben je een gelukkig mens.
Je hebt de neiging
aan je gelukkige momenten voorbij te gaan,
als je niet bewust met het nu bezig bent.
Wie bij het ene moment altijd al
naar het volgende of het voorafgaande wil gaan,
kan niet genieten van het nu
en kan dus ook niet gelukkig zijn
Uit “Alledag” door Netty Robeerst
Zeg ja tegen vandaag.
Zeg ja tegen de Liefde vandaag.
Zeg het vanuit je hart,
dan kun je het ook waar maken.
Ja.
Een klein woordje met een grote betekenis.
Ook met veel consequenties.
Ja zeggen wil zeggen
dat je je met iets of iemand verbindt.
Ja zeggen vraagt iets van jou.
Het heeft zijn gevolgen,
die je wel of niet zorgvuldig hebt overdacht.
Als je je de gevolgen niet realiseert wil dat zeggen
dat je verwachtingen niet waar kunt maken.
Dan moet je mensen teleurstellen.
Let daarom goed op je grenzen
en stel je verwachtingen niet te hoog.
Leer van je fouten,
dan is geen enkele les tevergeefs.
Uit “Alledag” door Netty Robeerst
Wijs het plaatje aan dat jou aantrekt en je tekst draait naar voren.
Jouw tekst
Mijn liefde kun je niet verdienen, die kun je gratis vinden in je hart!
Jouw tekst
Zie je ergens als een berg tegenop? Met Mij heb je geen lift nodig om boven op die berg te komen…
Jouw tekst
Wees een huis voor Mij, dan kun je Mij daar altijd vinden.
Jouw tekst
Waar een wil is, is een weg en van alle wegen is Mijn Wil de beste weg voor jou om te gaan.
Jouw tekst
Er is licht en Licht, licht van de materiële zon en Licht van Mij. Kom in Mijn Licht en zie Mij.
Jouw tekst
Op de aarde heeft geld waarde, bij Mij heeft onbaatzuchtige liefde waarde.
Jouw tekst
Soms komt de wereld je te na, bedenk je dan dat Ik altijd naast je sta.
Jouw tekst
Om het ware geluk te vinden hoef je de aarde niet af te reizen, vind het in je hart, bij Mij.
Dit Hemels Brood gaat over de geboorte van Jezus
Hemels Brood 552
Er is een kindeke geboren op aard. Wat is dit geboren worden op aarde? Dat is het beginnend besef van het ware leven, vanuit een eigen bewust bestaan. Aarde is de omstandigheid van de mens met alle situaties van zijn bestaan en zijn opvattingen, ideeën en invullingen. De aarde is de levensentourage van de mens, alle gegevens van zijn mens-zijn. En het beginnende besef van zijn volkomenheid, van zijn volmaakte liefde-zijn, het beginnend besef van Mijn bestaan en de reikwijdte daarvan, is de geboorte van het kindeke en dat kindeke ben Ik, in Jezus Christus. Zo werden alle kinderen geboren met de mogelijkheid van de geboorte van Jezus Christus in zich en wel zo dat die geboorte van Jezus Christus in hen ook daadwerkelijk plaats zal vinden, zoals de geboorte van Mij in Jezus Christus ook in volkomenheid op aarde heeft plaatsgevonden.
Die geboorte is de ware zuivere liefde in het hart, vanwaaruit dan het ware leven vorm krijgt. Maar aan die geboorte gaan de weeën van het wereldse vooraf. Dat is de strijd tussen het onwetende eigen zijn en het de liefde beseffende ware zijn. Het onwetende verliest haar niet-weten en het zuivere ware besef van volkomen liefde, het weten, neemt haar plaats in en groeit langzaam maar zeker tot volkomenheid uit, waarbij de niet-wetende mens uiteindelijk wordt omgebracht voor de nieuwe wetende mens die dan alleen nog leeft naar ware belangeloze liefde. Een kind is u geboren, het besef van het oneindig liefdevolle ware leven is u gegeven en het brengt u vrede en geluk, voor alle mensen nu en in eeuwigheid. Amen
Algemene Informatie:
- Om de drie weken is er op donderdagochtend van 10.30 tot ongeveer 12.30 uur een Zoomgroep via internet, “In gesprek over geloven”, geleid door Ingrid Franssen. Aanmelden: 043 6044522 of via info@levendhart.nl Je bent welkom!
- Sinds kort geeft de stichting ‘Levend Hart’ gratis het boek ‘God begrijpt ons, maar begrijpen wij God, onze Schepper, onze Levengever’, uit. Dit is geschreven door Ingrid Franssen.
- Wie belangstelling voor dit boek heeft, kan contact met ons opnemen via info@levendhart.nl, via info@godbegrijpen.nl of via 043 6044522
Informatie over dit boek is te vinden op de site https://godbegrijpen.nl. Daar staan ook de gegevens om het boek te bestellen.